
Onlangs was ik aan het opruimen in huis. Tussen de hobbyspullen kwam ik het bonnetje tegen van mijn bezoek aan het Moesgaard Museum nabij Aarhus in Denemarken. Geen idee hoe het tussen de verftubes terechtgekomen is, maar ik droomde weg en werd weer helemaal enthousiast. Hieronder zal ik samenvatten waarom.
Ten eerste de vormgeving en architectuur van het gebouw. Over smaak valt niet te twisten, dus je kunt dit mooi of lelijk vinden. Persoonlijk vind ik het praktisch-esthetisch en daarom misschien wel typisch Deens. Er is geen overbodige decoratie aangebracht, maar het heeft toch stijl.


Het gebouw is goed te herkennen, maar het smelt ook samen met het landschap vanwege het groene dak. Ook het feit dat het gebouw deels is ingegraven draagt daaraan bij. Het resultaat is dat de meeste tentoonstellingen zich op een lagere verdieping bevinden dan de hoofdingang; iets wat je meteen ziet als je naar binnen stapt.
Eenmaal binnen zijn er altijd 5 verschillende permanente tentoonstellingen en minstens één grote wisseltentoonstelling. De centrale hal verbindt deze zalen met de entree, de kassa, de museumshop en het restaurant. Bij het betreden van iedere zaal moet je door een poortje, maar de shop en het restaurant zijn vrij toegankelijk.
De wisseltentoonstelling was het onderdeel waar ik als eerste naar binnen ging en ik moest meteen al huilen. Van geluk. En dat kon ook niet anders met een titel als Ud af kaos – Mellem Roms ørne og Odins ravne (“Uit de chaos – Tussen de adelaars van Rome en de raven van Odin”). In deze enorme zaal waren voorwerpen te zien die een beeld schetsten van de turbulente periode van de volksverhuizingen (met een focus op de periode 300-500 na Chr.). Alle objecten toonden aanwijzingen van de ondergang van grote rijken met machtige heersers. Een verrassende insteek, want meestal laten musea juist de glorie daarvan zien.


Om de ondergang van het West-Romeinse Rijk te illustreren, waren er vitrines met voorwerpen en informatie over de volken die Rome binnenvielen. Zo zag ik sieraden en gebruiksvoorwerpen van Goten, Hunnen en Daciërs. Uniek voor Scandinavië, want er zaten veel bruiklenen bij uit Roemenië en Bulgarije.

Van de Hunnen werd ook een culturele praktijk getoond, namelijk het verlengen van de schedel. Het was voor hen een teken van schoonheid om een ovalen schedel te hebben door het hoofd vanaf de kindertijd strak in te binden, vooral voor vrouwen. Hoe groter het voorhoofd, hoe mooier de vrouw. Het bewijs hiervan zien we vandaag nog terug, als er schedels gevonden worden die nog intact zijn. Of dit de hersenen nadelig aantastte, weten we niet zeker. Hersenen zijn in principe plastisch en kunnen enigszins vervormd worden. Het vermoeden is dat het mogelijk was om normaal te functioneren met een verlengde schedel, maar dat er door het dunnere schedeldak wel meer risico op hoofdletsel en hersenbloedingen was.


Oké, ik moest niet daadwerkelijk huilen. Maar man, ik was zó onder de indruk. Ik vertel mijn leerlingen nog ieder jaar wat ik hier gezien en geleerd heb.
Dan het permanente deel. Drie van de blijvende tentoonstellingen behandelen de geschiedenis van Denemarken door de tijd heen. Deze zalen heten respectievelijk Danmarks Oldtid; Grauballemanden en Middelalderudstillingen.


Danmarks Oldtid behandelt de historische perioden van de Steentijd, Bronstijd, IJzertijd en Vikingtijd in Denemarken. Dit zijn vier verschillende gangen, die je ook afzonderlijk kunt bezoeken. Volg je de looproute, dan pak je ze automatisch allemaal mee. Je leert hier hoe de eerste bewoners van Denemarken geleefd hebben. Zo loop je langs waterputten, ijzersmederijen, boerenerven en zelfs een rivierlandschap met visfuiken. Heel bijzonder zijn de reconstructies van grafheuvels uit de Brons- en IJzertijd, omdat de lichamen hierin liggen zoals ze gevonden zijn, inclusief grafgiften. Bij één van de graven moet je ook echt naar binnen kruipen bij een donkere grafheuvel van aarde en plaggen om de reconstructie te bekijken. In vitrines liggen verder nog ontelbaar veel sieraden en wapens.

De gang die naar de Vikingtijd leidt…
Tja, ook dat was weer janken geblazen. Want bij de ingang staat meteen al de Maskestenen/Århusstenen: een bekende runensteen met een afbeelding van een mythologisch figuur.
Deze Maskestenen is zelfs gebruikt als logo van het museum. Het MoMu heeft in totaal 7 lokale Deense runenstenen uit de Vikingtijd in haar collectie en ze zijn allemaal te zien.
Bij dit deel kun je een losse audiotour volgen, waarvan de kastjes bij de ingang hangen. Uiteraard heb ik er eentje meegenomen omdat ik alles wilde weten. Alles. Ieder icoon heb ik gescand. Als je dat doet, ben je ruim een uur bezig. Maar de bordjes bij de objecten bieden ook al ruimschoots informatie.

Aan het einde van dit onderdeel kom je in een grote hal, met in het midden één van de grote roeiboten die bij de opgraving van het beroemde Noorse Gokstad-schip werd ontdekt. Het is dus niet het Gokstad-schip zelf, dat wordt tentoongesteld in Oslo. Maar het is toch een indrukwekkend en authentiek vaartuig van de Vikingen. Je kunt er omheen lopen en rondom leer je alles over de zeevaart, riviervaart en navigatievaardigheden van de Noormannen.

Dan, helemaal aan het einde van een aparte spiraaltrap (of lift) naar beneden, kun je de laatste rustplaats van de Grauballemanden betreden. Een donkere, ovalen kamer met in het midden het veenlijk van de “Man van Grauballe”. Dit is het best bewaarde veenlijk ter wereld. Deze meneer leefde in de 3e eeuw voor Christus, dus in de Germaanse IJzertijd. Hij werd gevonden in 1952 en bleek een doorgesneden keel te hebben. Mogelijk is hij gestorven door rituele opoffering. Omdat zijn lichaam direct werd geconserveerd in het zure en zuurstofarme veen, is het goed bewaard gebleven.
Zijn lichaam vertoont nog altijd veel details, zoals zijn baardstoppels, zijn nagels en zijn haren. Langs de wanden staan bankjes, dus je kunt even naast hem gaan zitten. Dat heb ik gedaan en wederom was ik ontzettend onder de indruk. Als deze ervaring niet uitnodigt tot wat reflectie over de vergankelijkheid van het leven, dan weet ik het ook niet meer. Even later kwam er een schoolklasje met leerlingen van een jaar of 8 naar binnen. Ze gingen allemaal rustig zitten op de bankjes en ze zullen het ongetwijfeld spannen gevonden hebben, maar niet eng. De begeleider vertelde over het leven van de Grauballeman. Ik bleef gewoon zitten om het verhaal mee te pikken. De manier waarop er in Scandinavië met de dood omgegaan wordt, spreekt me veel meer aan dan de betutteling van de scholieren in Nederland.


Met dat in gedachten, liep ik door naar de gang van de Middelalderudstillingen; de tentoonstelling over middeleeuws Denemarken. Hier is de rode draad de verspreiding van het christendom over het land. Van een polytheïstisch naar een monotheïstisch geloof en hoe zich dat weerspiegelt in de materiële cultuur. Daarom zie je hier amuletten van Thor naast kruisjes hangen. Of een pagina uit een Bijbel naast een geschreven recept uit de Vikingtijd. Voor Denemarken waren de middeleeuwen niet een heel rijke tijd, maar er werd wel volop gehandeld. Met een intensieve uitwisseling van producten met volken langs de Baltische Zee en de Noordzee, waren de Denen altijd al vertrouwd.


En de laatste permanente tentoonstellingen heten Mød mennesket (“Ontmoet de mens”) en De dødes liv (“Het leven van de doden”) en draaien om etnografie en antropologie. Om bij deze onderdelen te komen, moet je een trap op en dus juist naar boven in plaats van naar beneden. Je moet dan de toegangspoortjes passeren. Die ochtend had een charmante jongeman me veel plezier gewenst bij het scannen van mijn kaartje en ik had hem in mijn Zweeds-Deens hartelijk bedankt. Toen ik naar boven wilde was het minstens 5 uur later. Hij zat er nog en vroeg: “Ben je er nog steeds?”….. Hahaha! 😀
Hoe dan ook, op deze verdieping worden culturele gebruiken van over de hele wereld behandeld. Gelukkig niet op een ouderwetse “aapjes-kijkenmanier” door middel van roofkunst en stereotypen. Nee, bij MoMu staan eerder alledaagse voorwerpen centraal en wordt er een unieke invalshoek gezocht om de informatie te presenteren. Culturen en volken worden bijvoorbeeld aan de hand van een voorwerp met elkaar vergeleken. Denk aan trouwjurken en trouwceremonieën van alle continenten. Of, toen ik er was, het versieren van een kerstboom. Heeft de kerstboom overal ter wereld dezelfde betekenis? Welke volken vieren kerst en waar komt de traditie vandaan? Wat hangen Nederlanders in hun boom? En Argentijnen? Het heeft een hoog Klokhuis-gehalte, maar ik vind dat juist leuk.

Ook buiten is er van alles te doen. Je kunt een Oldtidsstien volgen; een looppad langs een paar reconstructies van prehistorische graven en huizen. Aan het einde van de wandeling kom je bij een reconstructie van de Hørning-stavkirke (“staafkerk van Hørning”). Over staafkerken zal ik binnenkort nog een apart artikel schrijven. Het is allemaal erg mooi nagebouwd en het is heerlijk slenteren door het landschap, dus pak dit paadje zeker nog mee als je het MoMu ooit bezoekt.

En, ook niet onbelangrijk: het museum is een fijne, rustige plek met veel faciliteiten. Het bezoeken van de verschillende tentoonstellingen is makkelijk; je volgt gewoon de verschillende looproutes. Er wordt duidelijk aangegeven welke onderwerpen er op welke verdiepingen te zien zijn, zodat je eenvoudig zelf kunt kiezen wat je (wel of niet) gaat bekijken. Het hele museum is rolstoelvriendelijk en ruim opgezet, met veel bankjes en rustplekken tussendoor. Het restaurant is niet heel bijzonder, maar gewoon prima. Buiten mag je bijna overal op klimmen en overheen lopen. En zo niet, dan staat dit heel duidelijk aangegeven. Door de tuinbankjes en het grasveld rondom, kun je eventueel ook buiten een pauze nemen. Er is één directe busverbinding naar het centrum van Aarhus en de bushalte ligt 200 meter van de ingang.
Kortom: MoMu is een zeer indrukwekkend en fijn museum, waar alles goed geregeld is en waar een nerd als ik zonder problemen 7 uur kan spenderen. Dit moet toch wel de best gespendeerde 120 DKK van mijn leven zijn geweest, whahaha. 😀