REEKS: HISTORISCH DALFSEN [4/4]

Wat moet je als koffieleut doen als koffiebonen schaars of moeilijk te verkrijgen zijn? Tegenwoordig zijn er veel alternatieven om dan toch aan je dagelijkse dosis cafeïne te komen, zoals energiedrankjes. Maar vroeger was dat lastiger. In tijden van schaarste en oorlog bedachten mensen vindingrijke oplossingen. Eén van de bekendste alternatieven waarmee “koffie” gemaakt werd, was chicorei.


Chicorei wordt ook wel gespeld als cichorei, maar beide woorden verwijzen naar de plant Cichorium Intybus. Het is een plant die oorspronkelijk uit het Zuidwesten van Azië en uit Zuidoost-Europa komt, maar met de eeuwen op veel meer plekken begon te groeien. De wilde versie van chicorei groeit van nature in graslanden, maar doet het ook goed in bermen. Zo kan de plant dus ook makkelijk groeien in het gematigde Nederland.
Deze plant wordt al eeuwenlang door de mens gebruikt. De Romeinen gebruikten het loof als groente, maar gooiden de wortels weg. Zonde, weten we nu, want vanwege de bittere smaak van de wortel kun je chicorei dus ook gebruiken als surrogaat (vervanger) voor koffie. Deze toepassing werd waarschijnlijk ontdekt aan het einde van de 18e eeuw. De wortel van de chicoreiplant wordt dan gedroogd, geroosterd en gemalen. Zo ontstaat er een donkerbruine drank die enigszins smaakt als koffie, hoewel de smaak niet zo ‘rijk’ of ‘robuust’ is als van echte koffie.


Door de lage productiekosten en het relatief eenvoudige kweekproces, werd chicorei al snel een populair alternatief voor het luxe cafémomentje van de gegoede burgerij. Vervolgens duurde het ook niet lang voordat chicorei in de bakkies pleur van de minder rijke mensen terechtkwam. Een schaarste aan koffiebonen vindt, niet geheel verrassend, vaak plaats in oorlogstijd. We weten bijvoorbeeld dat chicoreikoffie gretig gedronken werd tijdens de Napoleontische Oorlogen, de Eerste Wereldoorlog en de Tweede Wereldoorlog. Zo bood dit plantje in moeilijke tijden (een bakkie) troost aan alle lagen van de bevolking.
Goed, maar wat is dan de link met Dalfsen? Die is vandaag niet zo makkelijk meer uit het straatbeeld af te leiden, maar het zitbankje aan de Raadhuisstraat (met prachtig uitzicht over de Vecht) geeft alvast een kleurrijke hint. Dit bankje toont namelijk een impressie van de chicoreifabriek die in de tweede helft van de 19e eeuw in Dalfsen gevestigd werd, omlijst door chicoreibloemetjes. Het staat bewust naast de Blauwe Bogen Brug, omdat je daardoor uitkijkt over de uiterwaarden waar deze fabriek ooit stond. Met andere woorden, als je op het bankje zit, “kijk” je naar de oude fabriek.

Berend Hendrik Egberts was degene die de verwerking van chicorei naar Dalfsen bracht. In januari 1857 begon hij met de fabricatie in een pand aan de Zwolscheweg (de huidige Ruitenborghstraat); een ruimte die waarschijnlijk onderdeel van de toenmalige weverij was. Aanvankelijk werd de chicorei -enigszins primitief- gemalen door middel van een rosmolen. Er is niet veel bekend over de eerste jaren van de chicoreiproductie in Dalfsen, maar een nota uit 1858 vertelt ons wel dat er in dat jaar 4825,5 Engelse ponden cichorei voor een prijs van ƒ484,75 aan diverse afnemers in Overijssel en Gelderland geleverd werd.
Even later ging Egberts op zoek naar een ander pand, wellicht omdat het bedrijfje uit zijn voegen barstte of misschien omdat de locatie hem niet meer beviel. Omdat het efficiënt was om de chicorei over het water te vervoeren, zocht hij zijn nieuwe stekje langs de Vecht.

Er is een brief van 13 juli 1863 bewaard gebleven waarin Egberts aan de gemeenteraad vraagt of hij een echte chicoreifabriek mag bouwen op een stuk land langs de rivier, zodat de fabriek door stoomkracht gedreven kon worden. De Gedeputeerde Staten gingen spoedig akkoord met zijn verzoek, onder de voorwaarden dat de fabriek binnen een jaar in werking moest zijn en dat het stoomtuig (periodiek) gekeurd moest worden.
Zo gezegd, zo gedaan en in april 1864 kocht Egberts het stukje buitendijks land waar hij zijn oog al op had laten vallen. Sterker nog, op het moment van de aankoop had Egberts zijn fabriek hier vermoedelijk al gebouwd, wat blijkt uit de “eerste steen” van de fabriek, waarop de frase “15-07-1860 door J.E.B. Egberts” zichtbaar is. Deze steen moet destijds door de jonge zoon van Egberts aan het bouwwerk toegevoegd zijn, zoals dat wel vaker gebeurt bij familiebedrijven. Dat de officiële vergunningen achterbleven bij de daadwerkelijke bouw van de fabriek, kwam vroeger ook wel vaker voor. Zoiets is door de bureaucratie van vandaag onmogelijk geworden. 😉


In de decennia daarna werd de fabriek nog uitgebreid, weer verkleind en weer uitgebreid onder toezicht en beheer van verschillende directeuren en partners. Concurrentie in de vorm van thee en koffiestroop bracht moeilijkheden. Met het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog leek het alsof de Nederlandse chicoreiproductie weer zou opleven, maar helaas verboden de Duitsers de vrije verkoop van chicorei (en tal van andere levensmiddelen) tijdens de bezetting.
Kort na de oorlog werd koffie echter steeds duurder en daardoor ontstond er wél tijdelijk meer vraag naar cichorei. Op dit moment waren er in Nederland nog drie cichoreifabrieken: in Ossendrecht, in Leeuwarden en in Dalfsen. De fabriek in Dalfsen was hiervan de grootste. De verwerkte cichorei werd uitgevoerd naar Amerika, Canada, Australië, India en diverse landen in Afrika. Toch werd de internationale concurrentie steeds heviger, vooral van Franse producenten. Frankrijk had haar zinnen namelijk gezet op het veroveren van de wereldmarkt en verkocht chicorei in haar eigen koloniën steevast onder de vraagprijs. De Nederlandse fabrieken konden daar niet tegenop.


Verrassend genoeg werd de meeste chicorei uit Dalfsen verkocht aan India. In samenwerking met de Indiase regering werden er plannen ontwikkeld om de cichoreicultuur ter plekke te starten, waarvoor de N.V. Egberts te Dalfsen de grondstoffen dan zou blijven leveren. En ja hoor, op 9 juli 1962 werd de Indiase cichoreifabriek met de naam “Egberts India Private Ltd” geopend. Wat veelbelovend begon, sloeg helaas binnen 3 jaar weer om. Oorlogen op het Aziatische continent, waaraan ook India ging meedoen, maakten zowel de lokale productie van chicorei als de import van Nederlandse chicorei onmogelijk. In combinatie met de nog altijd oprukkende Franse concurrenten, betekende dit het einde van de chicoreiproductie door het familiebedrijf van Egberts in Dalfsen. De voorraden werden overgenomen door het Franse Chicorée Leroux uit Orchies.
Eén troost is dat de naam Egberts nog op de verpakkingen staat van de latere doorstartfabriek in India. Op hun chicorei staat namelijk vermeld dat het product vervaardigd is “onder know-how van Egberts te Dalfsen (Holland)”. En zo leeft dit stukje historisch Dalfsen nog altijd voort op een ander continent. 🙂

Echte koffie wordt vandaag eigenlijk nog steeds beschouwd als een soort luxeproduct, dat in verschillende kwaliteiten (en bijbehorende prijsklassen) te koop is. In Nederland hebben we sinds de jaren ’50 geen koffieschaarste meer gehad, maar toch is het gebruik van chicorei nooit gestopt. Sterker nog, vandaag de dag wordt chicoreikoffie juist weer in toenemende mate als gezonde, prebiotische drank aangeprezen. Hebben jullie het weleens geprobeerd?
Bron:
- Halfman, C.Z., ‘Verdwenen Industrieën’, in: Hove, J., ten, Pereboom, F. & Stalknecht, H.A. (red.), Uit de Geschiedenis van Dalfsen (Kampen: IJsselakademie 1989) 355─370.