De Papenallee en de Poppenallee

Amai, allee! In het tweede artikel van de reeks Historisch Dalfsen staan twee belangrijke wegen in Dalfsen centraal: de Papenallee en de Poppenallee. Aanvankelijk dacht ik dat daar hetzelfde mee bedoeld werd, maar dat bleek niet het geval. Deze ietwat gekke topografische namen hebben beide een betekenis.

We kijken eerst even naar de kaart. Mijn verwarring kwam voort uit het feit dat de twee lanen parallel aan elkaar lopen en zelfs (min of meer) op elkaar aansluiten:

Wie Dalfsen bezoekt vanaf Zwolle, zal waarschijnlijk over de Poppenallee (de N757) komen aanrijden, met de fiets of met de auto. Het is dan ook een drukke weg, met relatief veel verkeer. De Papenallee is juist een weggetje dat zelden gebruikt wordt. Maar wat is het verschil dan en waar komen die namen vandaan?

Eerst iets over de Papenallee, hierboven te zien via Google Streetview. Het is de zandweg die tussen de bomen ligt. Je kunt erop lopen en fietsen, maar in principe zal niemand er met een auto inrijden. De Papenallee verbindt het dorp Dalfsen met het buurtschap Emmen en het volgende dorpje Hoonhorst.

Vroeger was dit een naamloos veldpad. De naam “Papenallee” ontstond pas aan het einde van de 16e eeuw en refereert aan het “paapse” geloof, dus het rooms-katholieke geloof. De Tachtigjarige Oorlog (van Nederlandse opstandelingen tegen het Spaanse bestuur) was een politiek conflict, maar draaide ook om religieuze onenigheid tussen protestanten en katholieken in de Nederlanden. In 1581 werd het katholieke geloof verbannen uit het openbare leven, omdat het protestantisme de dominante religie werd. Katholieken werden gedwongen om hun geloof achter gesloten deuren voort te zetten, bijvoorbeeld via schuilkerken.

Historische foto van Hoonhorst (via de website van de gemeente).

Zo ook in de gemeente Dalfsen. De centrale dorpskerk werd overgenomen door de hervormde protestanten, waardoor de katholieke inwoners van Dalfsen naar landgoed De Broekhuizen en (later) naar de schuilkerk van Hoonhorst moesten om de mis bij te kunnen wonen. Deze laatste was in 1770 gebouwd als schuurkerk en moest er van buiten uitzien als een boerderij. Bijna 50 jaar later kwam er een kleine bijkerk in Dalfsen zelf en pas in 1858 werd Dalfsen weer een zelfstandige parochie. De katholieke diensten werden dus tot ver in de 19e eeuw uitgevoerd door de geestelijken in Hoonhorst.

De weg daar naartoe werd in de volksmond “Papenallee” genoemd – letterlijk een weg voor het paapse geloof. Aan het einde van de 18e eeuw werd de naam al overgenomen in officiële landkaarten. En vandaag, ongeveer 250 jaar later, kun je de allee dus digitaal “bekijken” via Streetview.

Dan de Poppenallee, hierboven eveneens als screenshot van Google Streetview. Ik dacht dus aanvankelijk dat dit simpelweg een verbastering was van Papenallee, maar dat bleek niet correct. De Poppenallee staat op zichzelf en is vernoemd naar de heer Poppe, die veel onroerend goed in de omgeving bezat. Het is dus de naam van een rijke familie. Deze weg was (met de Ruitenborghweg) de eerste verharde weg van de gemeente en leidde altijd al rechtstreeks naar Zwolle; want die laatste werd vroeger Zwolscheweg genoemd.

Het oude tolhuis anno 2025.

De Poppenallee was ook een tolweg. Met ingang van 1 april 1839 werd er bij het huis hierboven op de foto tol geheven. Het pand hoorde bij het landgoed Heuveldink, dat in beheer was van mejuffrouw Poppe. Tot wanneer je op deze weg tol moest betalen, heb ik niet kunnen ontdekken. Weet u het wel, dan hoor ik dat graag.

De Poppenallee anno 2025.

Ik vond dit een leuk stukje geschiedenis, mede omdat er meer achter de straatnamen schuilging dan ik verwachtte. Zo zie je maar weer: geschiedenis is overal. 😉

De Poppenallee en de afstanden tot de dichtstbijzijnde dorpen en steden.

Bronnen:

Wonen in de Bronstijd of de middeleeuwen? Het kan in Dalfsen!

Oké, misschien kun je in het Overijsselse dorp Dalfsen niet ín, maar wel áán de middeleeuwen wonen. Hier is namelijk een wijk aangelegd waarin de straten allemaal namen van historische perioden of historische werktuigen hebben gekregen. Ik nam er een kijkje.

De gehele wijk heeft de naam “Merovingen” gekregen. De Merovingen (of Merovingers) vormden tussen grofweg 480 en 750 na Christus een dynastie van Frankische koningen. Dat was dus -inderdaad- grotendeels in de middeleeuwen.

En de naam van de wijk is niet willekeurig gekozen: op deze plek in het huidige Dalfsen is een Merovingisch grafveld gevonden uit de 6e eeuw. Vooral de opgegraven grafgiften speken tot de verbeelding. Twee van de graven toonden namelijk een uitzonderlijke rijkdom. Het gaat om een mannengraf en een vrouwengraf, samen bijgezet in een houten grafkamer. Mogelijk vormden zij een echtpaar.

Bij de man werd een luxe wapenuitrusting gevonden, met twee zwaarden (een spatha en een sax), een umbo (de knop op het midden van een schild), een bijl en een lanspunt. De vrouw had prachtige sieraden meegekregen, namelijk twee mantelspelden (met edelstenen en goudfolie) en twee halssnoeren met barnsteenkralen. Ook werd er bij haar een aardewerken pot met een glazen beker erin gevonden. Misschien minder speciaal dan de sieraden; maar desalniettemin een statussymbool in de middeleeuwen.

In het midden van de wijk is een “ontmoetingsheuvel” met informatiebordjes aangelegd, waar je doorheen kunt lopen en met bankjes aan weerszijden. Zoals te lezen valt achter de bankjes, ontmoeten mensen elkaar in feite al 5.000 jaar op deze plek. Een mooie gedachte.

Maar wat is dan de link met de straten “Steentijd” of “Bronstijd”? Nou, voordat er begonnen kan worden aan de bouw van een nieuwe woonwijk, moet er archeologisch onderzoek verricht worden. Dat geldt tegenwoordig voor alle gemeenten in Nederland. Je moet immers zeker weten dat je niet gaat bouwen op een plek waar waardevol erfgoed ligt (zoals een oud graf of een religieus gebouw).

Dat gebeurde ook in Oosterdalfsen, in 2015. Al gauw werd er een zeer oud grafveld gevonden dat van de Trechterbekers bleek te zijn. Dit was een volk dat in Noordwest-Europa leefde in de prehistorie. Om iets preciezer te zijn, ongeveer tussen 4350 tot 2750 vóór Christus. Deze periode noemen we het Neolithicum, oftewel, de Nieuwe Steentijd. De Bronstijd kwam daarna en duurde in Europa van ongeveer 3000 tot 800 vóór Christus.

De naam “Trechterbekers” is simpelweg ontleend aan het type aardewerk dat deze mensen maakten: potten en bekers die wijd uitlopen (als een trechter). De welbekende hunebedden zijn overigens ook door deze mensen gebouwd. Als gereedschap gebruiken ze onder andere stenen vuist- en hamerbijlen. In 2015 werden er in Oosterdalfsen meer dan 100 trechterbekers opgegraven, bij maar liefst 120 graven. En zo werd in Dalfsen het grootste grafveld van de hunebedbouwers van heel Noordwest-Europa gevonden!

De gemeente liet vervolgens extra bodemonderzoek uitvoeren en daarbij werd het (veel jongere) Merovingische grafveld ontdekt. Onverwachts dus, als extra archeologisch cadeautje. Daar word je toch blij van? De wijknaam en de straatnamen herinneren alle bewoners/bezoekers aan de geschiedenis van de plek. Wat mij betreft een geslaagd nieuwbouwproject! 🙂

Meer informatie via de website van DNA van Dalfsen.

De mysterieuze Snörresteeg in Zwolle

Onlangs bezocht ik Zwolle. Daar liep ik door een knus straatje met de naam “Snörresteeg”. Omdat het me deed me denken aan de IJslandse skald en geschiedschrijver Snorri Sturluson, nam ik een foto van het bordje. Ik zou dan thuis wel opzoeken waar de naam vandaan komt.

Althans, dat was de bedoeling, maar ik kon het niet ontdekken. Wel vond ik op de website Zwolle in Beeld het artikel “Straatnaam” van Dick Algra over de soms onduidelijke herkomst van enkele Zwolse straatnamen. Daarin noemt hij ook de Snörresteeg. Hij schrijft het volgende:

Trouwens, er is minstens ėėn straat in Zwolle met een straatnaambord hoewel het géén officiële straat is. Dan heb ik het over “De Snörresteeg”, het doorsteekje naast Restaurant Pampus, tussen Kamperstraat en Jufferenwal. Daar zat ooit het cafė “De Snörre”, vandaar de naam.

Goed, daaruit maakte ik op dat de naam is afgeleid van een café. Maar het riep ook weer nieuwe vragen op. Want waarom heeft de steeg wel een straatnaambord, terwijl het geen echte straat is? Wie heeft dat bord dan opgehangen? Ik besloot het te vragen aan Hans Smit, de beheerder van Zwolle in Beeld.

Ik kreeg snel een reactie: de heer Smit zou het voor me gaan uitzoeken. En nog dezelfde avond kreeg ik een uitgebreide mail met twee verklaringen. Ten eerste had Hans Smit contact gezocht met de auteur van het artikel, Dick Algra. Hij gaf op zijn beurt aan dat hij zijn informatie destijds uit de serie “Zwolle, Mijn Stad” heeft gehaald. In één van de uitgaves staat dus dat de steeg vernoemd is naar het voormalig café De Snörre.

Vervolgens heeft de heer Smit het nagevraagd bij de heer Adwin Ester, de uitbater van het huidige Café de Pul (gevestigd op de hoek waar de Snörresteeg de Kamperstraat kruist). Ook hij gaf aan dat de steeg eigenlijk geen naam heeft, wat Dick Algra ook al schreef. Maar één ding wijkt af: volgens de heer Ester is er nooit een restaurant of café geweest met een andere naam dan “De Pul”. Wat hij vermoedt, is dat de steeg een naamgever heeft, te weten de heer Henk Olthof. Een man die eerder op dezelfde plek een horecazaak runde en een grote snor had. En aangezien “snörre” het Zwolse woord voor “snor” is, zou het goed kunnen dat vaste klanten toen de steeg naar Henk Olthof vernoemd hebben en destijds het straatnaambord hebben laten ophangen. In dat geval werd Café de Pul door stamgasten waarschijnlijk ook wel “De Snörre” genoemd.

Waar de naam vandaan komt, zullen we nooit helemaal zeker weten. In ieder geval vind ik het een schitterend verhaal, met een hele eigen historie. Ik wil de heer Smit en ook de heren Algra en Ester dan ook heel hartelijk bedanken voor het uitzoeken! 🙂


Nerdland Festival 2025

Jaaa, eindelijk kan ik het bekendmaken: ik ben dit jaar spreker op het fameuze Nerdland Festival in Wachtebeke, België! 🙂

Dit is geen muziekfestival, maar een wetenschapsfestival. Het duurt 4 dagen en begint met een openingsavond. De locatie is het groene terrein van het Provinciaal Domein Puyenbroeck, waar vele festivaltenten en science hubs opgebouwd worden voor meer dan 250 shows en lezingen.

Aan mij de eer om de wetenschap GESCHIEDENIS te vertegenwoordigen met een lezing-quiz over de Lage Landen in de Romeinse Tijd. Ja, velen (vooral mannen) denken elke dag aan deze geschiedenis. Kennen jullie die trend nog, what is your Roman Empire? Met andere woorden, waar denk jij geregeld aan? En als dat inderdaad het Romeinse Rijk is, hoe veel weet je dan daarover? Tijdens mijn lezing kan iedereen zijn kennis over de Romeinen testen aan de hand van een aantal stellingen. En telkens volgt daarna de wetenschappelijke uitleg ervan.

Mijn focus talk zal plaatsvinden op zondagmiddag 8 juni in de tent The Voyager, met ruimte voor maar liefst 500 mensen.

Voor de details, klik hier. En voor kaarten voor het festival, klik hier.

Geloof mij, hier wil je bij zijn. Kijk alleen al naar de headliners… In Wachtebeke wordt heel veel kennis en talent verzameld. En dan hebben we het nog niet eens gehad over alle activiteiten en workshops. Ik heb er in ieder geval ontzettend veel zin in! 🙂

Terugblik: Lezing over de geschiedenis van Amsterdam met literaire twist

Gisteravond vond de lezing over de geschiedenis van onze hoofdstad plaats bij Boekhandel Laan in Castricum. Ik begreep dat er meer dan 50 kaartjes waren verkocht en inderdaad… de zaal zat vol! Wat ontzettend leuk! 🙂

Na afloop kwamen veel mensen nog even naar me toe voor een complimentje of een persoonlijk verhaal. Ik wil iedereen hartelijk bedanken voor het enthousiasme en voor de leuke anekdotes. En natuurlijk wederom ook veel dank aan Boekhandel Laan voor het faciliteren en promoten van de lezing.

Het verloten van de vrijkaarten voor Zandsculpturen Garderen werd een soort bloemenveiling. Spannend en ook gezellig! Ik wens de winnaars van de kaartjes veel plezier op de Veluwe.

Het was een mooie avond en ik ging naar huis met een enorme bos tulpen (jaja, uit Amsterdam), een net verschenen dichtbundel en een goed gevoel.

Hele fijne Paasdagen gewenst!

Lezing: De geschiedenis van Amsterdam met een literaire twist

Aanstaande vrijdagavond 18 april is het weer tijd voor een nieuwe lezing! Ik zal vertellen over 750 jaar Amsterdam, wat waarschijnlijk geen verrassing is gezien de eerdere aankondigingen. De locatie is vertrouwd, namelijk wederom Boekhandel Laan in Castricum. Het publiek kan daar weer plaatsnemen in het boekencafé en om 19:45 zal de koffie klaarstaan. De lezing begint om 20:00 uur.

In een beknopte lezing passeert de geschiedenis van onze hoofdstad de revue, “van 0 tot nu”. Aansluitend zullen we een aantal literaire werken over het thema bespreken. Welk boek is de moeite waard om meer te weten te komen over Amsterdam? En als leuk extraatje mag ik na afloop 3x 2 vrijkaarten voor Zandsculpturen Garderen weggeven. Dit gaan we doen met een loting en iedereen mag meedoen.

Hieronder heb ik het bericht dat op de website van Boekhandel Laan staat gekopieerd:

Ook zag ik dat de lezing in de agenda van Voor Liefhebbers (de culturele activiteitenkalender van de regio) is opgenomen:

Hopelijk wordt het weer gezellig druk! 🙂

Tip: Laat je eigen vondsten checken

Even een snelle tip voor iedereen die thuis dubieuze vondsten heeft liggen: op zaterdag 12 april organiseert het Rijksmuseum van Oudheden in Leiden weer de jaarlijkse Nationale Vondstendag. Heb je weleens iets gevonden waarvan je niet zeker weet wat het is, of hoe oud het is? Dit is je kans om een team van archeologen, historici, biologen en muntspecialisten naar jouw vondst(en) te laten kijken!

Het laten determineren van je eigen vondsten kan tussen 10:00 en 16:00 uur en is gratis, maar er wordt wel gevraagd of je van tevoren een tijdslot wil reserveren. Dat kan via de website, klik hier.

Stuur me vooral een berichtje als je gaat, ik ben reuze benieuwd naar jullie bodemschatten! 🙂

Weer een haaientand gevonden in de polder

Een tijdje geleden liet ik al zien dat ik op een schelpenpad aan de rand van het dorp een puntgave haaientand had gevonden. In dat bericht legde ik ook uit wat een haaientand precies voor fossiel is; klik hier om het nogmaals te lezen. Maar het houdt niet op, want ik heb er weer eentje gevonden tussen de schelpen in de polder. Niet op dezelfde plek, maar in een hondenpark in Heiloo.

Het Maalwater in Heiloo

Deze is wel een stuk kleiner dan de vorige en ook niet geheel zwart, maar zwartgrijs. Ook niet 100% intact, maar toch onmiskenbaar een haaientand.

Dit is echt een goede tip voor iedereen die het leuk vindt om te zoeken: probeer het eens op een (vers) schelpenpad in plaats van op het strand. De schelpen hiervoor worden namelijk van de zeebodem gezogen, een stukje verder dan de branding. En dat is dus blijkbaar waar de zeebodem vol ligt met fossielen! 🙂

Vikings in Utrecht?!

De eerste upload van 2025 is een feit! En meteen duiken we in mijn favoriete onderwerp: de erfenis van de Vikingen. Die erfenis vinden we zelfs in Nederland, want in Utrecht staat (naast de Dom) een enorme runensteen. 🪨

Hoe kwam die kolos daar terecht en wat betekent de inscriptie? Leer het allemaal in de video hieronder.

P.S. Gek genoeg heb ik de afgelopen jaren weinig content gemaakt over de Scandinavische geschiedenis en/of het tijdperk van de Vikingen. Maar dat zijn juist thema’s waar ik héél veel mee bezig ben. Het is daarom de bedoeling om hier de komende tijd meer video’s over te maken, dus wie net zo veel van Scandinavië houdt als ik, moet de kanalen maar goed in de gaten blijven houden. 🙂

750 jaar Amsterdam bij Zandsculpturen Garderen

Zoals veel mensen al hebben meegekregen (bijvoorbeeld door de nieuwe afleveringen van Het Verhaal Van Nederland – Amsterdam), bestaat onze hoofdstad dit jaar 750 jaar. Althans, het is 750 jaar geleden dat er aan de inwoners van het vroege Amsterdam/Amestelledamme tolprivileges verleend werden. Dit privilege is het eerste document waarin de stad vermeld wordt, dus wordt gezien als de geboorte ervan. Maar de bewoning van het gebied gaat nog veel verder terug in de tijd, omdat er ook in de prehistorie al mensen in dat moerassige rivierengebied leefden.

De viering van dit jubileum wordt groots aangepakt… het gaat tenslotte om de Nederlandse hoofdstad. Wereldbekend vanwege allerlei producten, personen en gebeurtenissen en dat gaan we met zijn allen herdenken. De evenementen vinden vooral plaats in Amsterdam zelf, maar ook in andere provincies wordt er aandacht aan besteed.

Neem bijvoorbeeld mijn favoriete provincie, Gelderland. Op de Veluwe wordt ieder jaar een bijzondere (enorm grote) tentoonstelling opgebouwd waarbij kunst met geschiedenis gecombineerd wordt: “Zandsculpturen Garderen“. Hun nieuwe thema wordt ook 750 jaar Amsterdam, dus de geschiedenis van Amsterdam verbeeld in zand.

Zoals u misschien al weet, werk ik sinds 2022 met hen samen om de informatieborden en tentoonstellingsteksten te controleren op chronologie en historische correctheid. Ook op dit moment ben ik daar weer druk mee bezig. Van de organisatie heb ik bovendien vrijkaarten gekregen om te verloten en een prijsvraag voor te bedenken. Met deze vrijkaarten kan AlomHistorisch ook weer samenwerken met andere personen en instanties, zoals bijvoorbeeld universiteiten en scholen. Een verloting of prijsvraag zal uiteraard hier op de website en op onze Instagram verschijnen. Neem dus regelmatig een kijkje op onze kanalen om kans te maken! 🙂

Dit jaar zal ik voor het eerst ook een lezing over het thema verzorgen op het terrein. Iets waar ik ontzettend naar uitkijk! Spulletjes worden al verzameld, boeken en archiefdocumenten worden gelezen en nieuwe teksten worden geschreven. De datum en de details volgen binnenkort. Ook de kunstenaars werken al aan de eerste zandsculpturen. Dat begint letterlijk al vorm te krijgen, kijk maar eens naar het portret van graaf Floris V hieronder. Druk, druk, druk!

Kortom, ook AlomHistorisch is bij de viering van 750 jaar Amsterdam betrokken. Hoe kan het ook anders? 😉