Gisteravond vond de lezing over de geschiedenis van onze hoofdstad plaats bij Boekhandel Laan in Castricum. Ik begreep dat er meer dan 50 kaartjes waren verkocht en inderdaad… de zaal zat vol! Wat ontzettend leuk! 🙂
Na afloop kwamen veel mensen nog even naar me toe voor een complimentje of een persoonlijk verhaal. Ik wil iedereen hartelijk bedanken voor het enthousiasme en voor de leuke anekdotes. En natuurlijk wederom ook veel dank aan Boekhandel Laan voor het faciliteren en promoten van de lezing.
Het verloten van de vrijkaarten voor Zandsculpturen Garderen werd een soort bloemenveiling. Spannend en ook gezellig! Ik wens de winnaars van de kaartjes veel plezier op de Veluwe.
Het was een mooie avond en ik ging naar huis met een enorme bos tulpen (jaja, uit Amsterdam), een net verschenen gedichtenbundel en een goed gevoel.
Aanstaande vrijdagavond 18 april is het weer tijd voor een nieuwe lezing! Ik zal vertellen over 750 jaar Amsterdam, wat waarschijnlijk geen verrassing is gezien de eerdere aankondigingen. De locatie is vertrouwd, namelijk wederom Boekhandel Laan in Castricum. Het publiek kan daar weer plaatsnemen in het boekencafé en om 19:45 zal de koffie klaarstaan. De lezing begint om 20:00 uur.
In een beknopte lezing passeert de geschiedenis van onze hoofdstad de revue, “van 0 tot nu”. Aansluitend zullen we een aantal literaire werken over het thema bespreken. Welk boek is de moeite waard om meer te weten te komen over Amsterdam? En als leuk extraatje mag ik na afloop 3x 2 vrijkaarten voor Zandsculpturen Garderen weggeven. Dit gaan we doen met een loting en iedereen mag meedoen.
Hieronder heb ik het bericht dat op de website van Boekhandel Laan staat gekopieerd:
Ook zag ik dat de lezing in de agenda van Voor Liefhebbers (de culturele activiteitenkalender van de regio) is opgenomen:
Deze crypte (grafkelder) is onderdeel van de beroemde Hexham Abbey, een kerk gewijd aan Sint Andreas in Hexham, Northumberland. Onderwaterarcheoloog Gary Bankhead en zijn vrouw namen me laatst mee naar Hadrian’s Wall en onderweg koos Gary Hexham als halte voor een koffiestop. Zodoende zijn we ook even naar beneden gegaan in de crypte en kon ik wat foto’s nemen. Ik ben zo dankbaar! 🙂
De bouw van de kerk begon in 674, maar het gebouw kreeg pas zijn huidige vorm en opzet in de 12e eeuw. Sindsdien is nog een aantal kleine uitbreidingen toegevoegd. Fascinerend genoeg bestaat de crypte uit Romeinse stenen. Deze zijn weggehaald uit de Romeinse gebouwen in de omgeving en daarna hergebruikt in de kerk (en dat recyclen van Romeins bouwmateriaal is overigens een veelvoorkomende praktijk).
De zuidelijke gang bevat enkele stenen met een blad-en-bespatroon. De Angelsaksische bouwers hebben mogelijk over de rest van deze kunst gepleisterd, om de muren daarna te kunnen versieren met nieuwe afbeeldingen geïnspireerd op Bijbelse verhalen.
De meest opvallende Romeinse steen bevat een inscriptie met waardevolle informatie. Er staat namelijk ingekrast dat de constructie gebouwd werd in opdracht van keizer Lucius Septimus Severus Pius Pertinax en zijn zoons. Deze steen heet de “Geta Stone” en is vernoemd naar één van de zoons, wiens naam eruit gekrast is nadat hij een machtsstrijd tegen zijn broer Caracalla verloren had (de andere zoon dus).
In 875 werd Hexham geplunderd door de Vikings, onder leiding van de beroemde/beruchte Hálfdan Ragnarsson. De kerk brandde af tot de grond, maar de crypte bleef intact.
Vrije interpretatie van Hálfdan Ragnarsson (uit A Child’s Book of Warriors door Canton Williams, 1907).
De centrale ruimte van de crypte op de foto hiernaast was vroeger een kleine kapel, waarin monniken heilige relieken tentoonstelden aan pelgrims, mogelijk van Andreas.
In de zomer van 2022 bezochten wij Friedrichshafen aan de Bodensee. Het was een spontaan weekend weg en we hadden niets gepland. Wel wisten we al dat de plek bekend staat om een eigenzinnige uitvinding, namelijk de zeppelin.
Een zeppelin is een luchtschip en is in feite een zwevend geraamte van ijzer en zeildoek. De naam komt van het meesterbrein achter dit type vervoersmiddel: Graaf Ferdinand von Zeppelin (1838-1917). En ja hoor… nog voordat we geparkeerd hadden, zagen we er eentje boven ons zweven. Het was de eerste keer dat ik een zeppelin in de lucht zag en ik vond het toch een bijzonder gezicht. Heel langzaam, heel stil en heel kalm gleed het ding boven ons langs, totdat de zeppelin achter de nabijgelegen Zwitserse bergtoppen verdween.
Het inspireerde ons om het Zeppelinmuseum Friedrichshafen te bezoeken. En wouw, dat viel niet tegen! Het bleek een enorm museum te zijn met verschillende hallen en zelfs een nagebouwd onderstel om doorheen te lopen (hangend aan het plafond). Zo kreeg je als bezoeker echt het idee dat je zelf in een zeppelin zat. Het museum bood veel informatie en leuke, verrassende objecten. Ik besloot ons bezoek te filmen voor een nieuwe video. Onderstaande video is het resultaat van enkele weken aan historisch onderzoek. Ik ontdekte dat het ook nog weleens finaal misgegaan is tijdens een zeppelinreis, waarvan het ongeluk met de Hindenburg in 1937 boven Amerikaans grondgebied het meest dramatische voorbeeld is.
Wij hebben veel geleerd van ons bezoek aan Friedrichshafen en hebben genoten van dit stukje bijzondere, technische geschiedenis… Hopelijk kan het u ook bekoren! 🙂
Vandaag liggen de duinen en de bossen van Castricum er rustig en idyllisch bij. Maar dat was aan het einde van de 18e eeuw, toen de ambitieuze Franse generaal Napoleon Bonaparte met zijn troepen door Europa trok, wel anders. Sterker nog, één van de Coalitieoorlogen werd zelfs aan de Hollandse kust uitgevochten, met veldslagen bij Bergen aan Zee en Castricum aan Zee.
De korte video hieronder biedt een sfeerimpressie van dit gebied toen (1799) en hetzelfde gebied nu (2023). Zoek de verschillen!
In het huidige Egmond aan de Hoef lag vroeger een imposant kasteel, namelijk het Slot op den Hoef. Vandaag is dit een ruïne waarvan de fundamenten gerestaureerd zijn, zodat je toch een idee krijgt van de grootte en de vorm van het bouwwerk. Het is verbonden aan meerdere belangrijke episodes uit de vaderlandse geschiedenis en dus echt een bezoekje waard.
Een stukje verderop staat de abdij van Egmont (in het huidige Egmond-Binnen). In de middeleeuwen verwierf deze abdij steeds meer grondgebied in Holland. De geestelijken besteedden het beheer daarvan uit aan rentmeesters uit het adellijke geslacht (Van) Egmont.
In 1170 besloot Dodo van Egmont dat er dan ook maar een kasteel voor zijn familie moest komen op die plek. Willem I van Egmont voegde daar in 1229 ook nog een slotkapel aan toe. Eind 15e eeuw had het gebouwencomplex onder Jan III van Egmont (de eerste graaf van Egmont) zijn grootste omvang bereikt.
Lamoraal d’Egmont
Maar het was vooral Lamoraal I van Gavere (1522-1568) die een sleutelfiguur in de Nederlandse geschiedenis werd. Hij was onder andere krijgsheer van keizer Karel V, gouverneur van Vlaanderen en Artesië en lid van de Raad van State. Hij werd geboren in een kasteel nabij Lahamaide (België), maar zijn familieburcht was dus het Slot op den Hoef.
Hij ontving hier edelen voor politieke vergaderingen en van hieruit initieerde hij bovendien de drooglegging van het Egmonder- en Bergermeer. Deze bebouwbare polders hebben we dus aan hem te danken. Lamoraal van Egmont voorstond godsdiensttolerantie voor de bevolking, maar dit burgerrecht werd onderdrukt door Filips II (die de zoon van keizer Karel V was en destijds als koning over de Spaans-Habsburgse Nederlanden regeerde).
Lamoraal I werd de bekendste graaf van Egmont, mede door zijn tragische einde. Op 5 juni 1568 werd hij namelijk op orders van Filips II onthoofd op de Grote Markt van Brussel. Meteen daarna moest ook de graaf van Horne (Hoorn) dit lot ondergaan. Deze onthoofdingen bespoedigden de uitbraak van de Tachtigjarige Oorlog (1568-1648) en voedden in het bijzonder de verzetslust van Willem van Oranje, die een bekende was van beide graven en zelfs met hen gediscussieerd had over de juiste mate van godsdiensttolerantie in de Nederlanden.
Hoe liep het af met het kasteel? In de eerste jaren van de Tachtigjarige Oorlog, namelijk in 1573, staken de geuzen onder leiding van Diederik Sonoy het Slot op den Hoef in brand om te voorkomen dat de Spanjaarden het zouden claimen. Het idee hiervoor kwam van Willem van Oranje. Het lukte, maar de schade was groot.
Het kasteel raakte steeds meer in verval. In 1798 werd het zelfs verkocht ‘voor de sloop’ en werd alles afgebroken tot puin. Langzaamaan werden de resten van het bouwwerk opgeslokt door een moerassig weiland. Pas in 1933 gaf een uitstekend brok puin aanleiding om het gebied te ontwateren. Naast allerlei oude gebruiksvoorwerpen, kwamen ook de fundamenten van het kasteel zo weer boven water.
De steenresten werden versterkt met modern beton en opgemetseld met de gevonden bakstenen. Vandaag kun je er overheen lopen en de fundamenten dus van heel dichtbij bekijken. Met een beetje fantasie waan je je bijna op bezoek bij de graven van Egmont! 🙂
Daar is ‘ie dan: de film op dvd! Het resultaat van een bijzonder en vooral gezellig project. Vandaag was de feestelijke première in bioscoop Corso in Castricum.
Er was een rode loper uitgerold voor alle acteurs en figuranten. En voor de hoofdrolspelers (Torsten Colijn, ik, Floris van Ewijk en Tim van Ewijk) was er zelfs een koets met paarden geregeld. Dat is nog eens arriveren in stijl, haha! Heel onwerkelijk.
De film is ook op YouTube gezet, om de educatieve waarde ervan te benadrukken. Iedereen kan het resultaat dus kosteloos thuis bekijken door op onderstaande thumbnail te klikken:
De reacties op het eindresultaat zijn louter positief, maar dat is niet verrassend. Pauline van Vliet heeft ook echt iets neergezet hier! Het team bestond uit enthousiaste mensen die allemaal (met heel veel liefde) hun vrije tijd aan het project besteed hebben. Bedankt iedereen, dit was een ervaring om nooit meer te vergeten! 🙂
Inmiddels mag ik het aan iedereen vertellen: de komende weken werk ik als “actrice” (jaja) mee aan een heel bijzonder project. 🙂
In Castricum staat een gebouw aan de Dorpsstraat met een kogel in de muur. Eronder hangt een bordje met de volgende, zeer summiere uitleg: “Slag bij Castricum 1799”. Als je aan een willekeurige dorpsbewoner vraagt wat die veldslag precies inhield, dan weten de meesten daar geen antwoord op te geven. Filmmaakster en historica Pauline van Vliet wil daar iets aan doen… en wel in de vorm van een documentaire-speelfilm.
De film zal gaan over een bepaalde Brits-Russische inval (augustus 1799), die onderdeel was van de Coalitieoorlogen van keizer Napoleon. In Castricum en in Bergen is er daadwerkelijk door de betrokken troepen gevochten (oktober 1799). In Castricum alleen al kwamen er zo’n 20.000 soldaten om het leven. Deze gebeurtenis is volgens Pauline van Vliet een vergeten oorlog en zou veel meer aandacht moeten krijgen. Zeker als je weet dat er ook een dorpsgenoot tijdens het gevecht is omgekomen.
In de film gaan scholieren op zoek naar overblijfselen van de inval en de bloederige slag. De film gaat ook terug naar de laatste dag van bovengenoemde dorpsgenoot, de 14-jarige Neeltje Groentjes uit Bakkum. Zij was het enige burgerslachtoffer van de Slag bij Castricum en kwam eigenlijk op een heel treurige en onnodige manier om het leven. Vandaag is er een straat naar haar vernoemd… en ik mag haar spelen in de film! Extra leuk is dat acteur Torsten Colijn de grote broer van Neeltje speelt (Kees Groentjes). De kijker zal het verhaal vanuit zijn perspectief zien, dus samen zijn we de hoofdrolspelers.
De komende weken gaan we met zijn allen het script doornemen en repeteren. Ook worden er outfits samengesteld. Ik ben heel benieuwd hoe het voelt om me te kleden naar de 18e-eeuwse mode. Vanaf april gaan we filmen; op de exacte locaties van de veldslag. Alles gebeurt historisch zo correct mogelijk. Het is de bedoeling dat de film gereed is in oktober en op de dag van de Slag bij Castricum (6 oktober) in première gaat. Ik heb hier zo veel zin in! 🙂