Onlangs bezocht ik het concentratiekamp Dachau in het gelijknamige stadje Dachau, net boven München. Het kamp is enorm, je kunt je voorstellen dat er geen einde kwam aan de rijen barakken (waarvan je er nog een paar kunt bekijken). Er wordt veel informatie aangeboden op het terrein, bijvoorbeeld met bordjes, posters en audiotours. Het is fijn dat je zelf kunt kiezen of je de achtergrondinformatie wil lezen, want laten we eerlijk zijn: dit is geen vrolijk onderwerp. Toch ben ik blij dat ik het gezien heb. Het gevoel dat je krijgt als je zo’n barak van binnen bekijkt, kun je nooit op dezelfde manier oproepen door een tekst te lezen of een foto te bekijken.
Nabij Berchtesgaden in het uiterste zuiden van Beieren (Duitsland) heeft Adolf Hitler in 1937 een “theehuis met uitzicht” laten bouwen… namelijk op 1834 meter hoogte. Sterker nog, Hitler wees de regio aan als privéwoonplaats en tweede regeringszetel. Kosten noch moeite werden hiervoor gespaard en dat terwijl Hitler hoogtevrees had!
In onderstaande video neem ik jullie mee naar de bergtop en gaan we uiteraard ook even binnen kijken. Het gebouwd heet officieel het “Kehlsteinhaus”, maar wordt ook wel “het Adelaarsnest” genoemd. Waarschijnlijk kunnen jullie wel raden waarom.
Extra bijzonder is dat ik toestemming van de gemeente en de uitbater van de huidige horecagelegenheid had, zodat ik zelfs tot in de lift kon filmen!
Op een prachtige plek aan de Donau bij Kelheim ligt Kloster Weltenburg, één van de oudste kloostergebouwen van Beieren. Onlangs maakten wij hier een korte tussenstop. Te kort eigenlijk, want er was ontzettend veel te zien!
Het klooster werd rond het jaar 600 gesticht door Iers-Schotse monniken en kreeg in de eeuwen daarna een vaste plek in het religieuze landschap van het Heilige Roomse Rijk. Weltenburg groeide namelijk uit tot centrum van religie, onderwijs en cultuur. Het Kloster Weltenburg begon bescheiden, met eenvoudige houten en stenen gebouwen. Verscholen in het landschap en toch dicht bij de rivier. Dit maakte landbouw, visserij en een zelfvoorzienend leven voor de monniken mogelijk. In hun werkzaamheden volgden ze de regel van Sint-Benedictus.
Lithografie door Adolph Kunike, naar J. Alt (1826). Publiek domein.
Vandaag is het bekendste gebouw de kloosterkerk, tussen 1716 en 1739 gebouwd door de gebroeders Asam, die overigens bijna alle barokkerken in de omgeving vormgegeven hebben. Deze kerk bij Weltenburg geldt ook weer als een hoogtepunt van de Zuid-Duitse kunst, met uitbundig stucwerk en kleurrijke fresco’s.
Naast het religieuze leven speelt gastvrijheid hier een grote rol. Er zijn bijvoorbeeld retraites te boeken en rondleidingen te volgen. Nog populairder is de bijbehorende Biergarten; waar op een zonnige dag alle tafeltjes bezet zijn. Dat is geen toeval, want het klooster heeft een eigen brouwerij die teruggaat tot ongeveer 1050. Dit moet zelfs de oudste kloosterbrouwerij ter wereld zijn!
Na de Beierse secularisatie van 1803 werd het klooster opgeheven, maar in 1842 kwam er een herstart als priorij. Sinds 1913 is het opnieuw een zelfstandige abdij van de benedictijnen. De meeste bezoekers zullen daar echter weinig mee te maken hebben… en simpelweg proosten op hun eigen succesverhalen. 😉
Op zo’n anderhalf uur rijden van mijn woonplaats Pullach (bij München), ligt de indrukwekkende en charmante middeleeuwse stad Regensburg. Hier struikel je letterlijk over de geschiedenis, want de gladde middeleeuwse kloostermoppen liggen nog altijd door de hele binnenstad en het centrum wordt afgebakend door stukken originele stadsmuur. Een plek naar mijn hart, dus.
Omdat we graag het Walhalla bij Donaustauf wilden bezoeken (klik hier voor een mini-documentaire over deze plek), boekten we een nachtje in een nabijgelegen B&B. Zo konden we alles op ons gemak bekijken en de volgende dag ook nog de stad bezoeken voordat we weer terug naar München reden.
Aan de zuidkant van de middeleeuwse brug over de Donau zagen we een stenen huisje met een rokende schoorsteen staan. Er kwam een heerlijke geur vandaan, dus we besloten onze neus te volgen en te kijken wat daar verkocht werd. Het huisje bleek een moderne variant van de oudste worstenkraam ter wereld te zijn: de Wurstkuchl.
In deze worstbranderij wordt al vanaf de 12e eeuw worst gemaakt en (warm) verkocht, eventueel met kool en mosterd en een groot glas bier. Tegenwoordig kun je er allerlei soorten worstjes kopen: dik of dun, van één type vlees of een mix en vegetarisch of juist druipend van het vet.
De vraag is hier dus niet of je worst lust, maar welke worst je het liefste hebt, haha!
Wie kent het nostalgische geluid nog? Of het geknoei met de linten?
In 1714 heeft de Britse Henry Mill als eerste een octrooi aangevraagd voor een schrijfmachine. Sindsdien zijn er op verschillende plekken en tijdstippen verbeterde modellen ontwikkeld.
Mill (1638-1771)Latham Sholes (1819-1890)
De Amerikaan Christopher Latham Sholes vervaardigde in 1868 een typemachine die makkelijk in elkaar gezet kon worden. Het resultaat was dat de massaproductie van schrijfmachines begon. De beste man is óók de bedenker van het QWERTY-toetsenbord dat vandaag nog veel gebruikt wordt. Hierbij zijn de letters die doorgaans het meeste gebruikt worden, zo ver mogelijk van elkaar af geplaatst. Daarmee werd voorkomen dat de letterstangen (zie de foto hieronder) in elkaar zouden grijpen tijdens het typen.
In de jaren ’60 en ’70 van de 20e eeuw waren er overal ter wereld typemachines te vinden op kantoren. Er ontstond zelfs een nieuwe functie: de typist(e). Deze persoon typte handgeschreven brieven over, of zette een tekst op papier die gedicteerd werd. Dat kostte nogal wat kracht in de vingers, want de toetsen moesten hard ingedrukt worden.
De functie werd langzaam overbodig door de ontwikkeling van de computer. De schrijfmachines werden vervangen door moderne, meer geautomatiseerde techniek.
Vandaag leren kinderen op school middels laptops en tablets (snel en blind) typen als vaardigheid, net zoals ze leren schrijven op papier.
Onlangs werd ik benaderd door Stichting NiVo. De afkorting staat voor “Lodewijk Napoleon in Voorthuizen” en draait, logischerwijze, om de nalatenschap van koning Lodewijk Napoleon in Voorthuizen en de omliggende Veluwedorpen. Hun missie is om deze allereerste koning van Holland de aandacht te geven die hij verdient, uiteindelijk door middel van een standbeeld dat in Voorthuizen moet komen te staan.
Stichting NiVo nodigde mij uit om op het Bunckmanplein in het dorpshart te vertellen waarom Lodewijk Napoleon belangrijk is geweest voor de geschiedenis van ons land. Zo gezegd, zo gedaan en zodoende hebben we een leuk kort item opgenomen.
Ook heeft Stichting NiVo zojuist een papieren journaal gerealiseerd met bijdragen van historici, archivarissen en (cultureel) ondernemers. Omdat dit journaal alleen in Voorthuizen is verspreid, hebben ze het hele blaadje ook online gezet (bekijk het hier). Ze zijn er goed in geslaagd om hun boodschap en missie beknopt onder de aandacht te brengen. Ik sluit me daarom graag bij hen aan; zoals jullie misschien nog weten vind ik persoonlijk ook dat Lodewijk Napoleon meer aandacht zou moeten krijgen. En ook Maarten van Rossem schaart zich achter ons, hoe leuk is dat?! Ik ben zeer benieuwd naar het vervolg van deze initiatieven!
Aan de Kennemerstraatweg in Heiloo staat het Huis Nijenburg, een buitenplaats met een lange geschiedenis. Wie tussen Alkmaar en Limmen rijdt, komt er standaard langs. Het Heilooerbos ligt aan de andere kant van de weg. Een wandeling door het gebied levert in ieder seizoen mooie plaatjes op.
Archeologen en historici hebben onderzoeksgegevens gecombineerd en denken nu dat de naam “Nijenburg” verwijst naar het verdwenen kasteel Nieuwburg bij Alkmaar. Dit was een middeleeuws kasteel dat in de 16e eeuw werd verwoest, maar in de regio nog eeuwenlang bekend bleef. Door de naam voort te zetten, verbonden de latere bewoners van Heiloo hun buitenplaats met een zekere mate van status en macht.
Tekening door A. Rademaker (1718). Collectie Regionaal Archief Alkmaar, PR 1001253.
Het huis dat we nu zien werd rond 1705 gebouwd in opdracht van Jan van Egmond van de Nijenburg. Hij liet een eerdere woning vervangen door een representatief landhuis in de destijds populaire Hollands-classicistische stijl.
Met de tijd veranderde het huis mee met de smaak van de bewoners. Rond 1730 kreeg het interieur versieringen in Lodewijk XIV-stijl. En rond 1830 werd de buitenkant aangepast: de gevel werd gepleisterd en voorzien van grotere ramen in Empire-stijl.
Tekening door C.W. Bruinvis (1895). Publiek domein.
Ook het landgoed ontwikkelde zich. De oorspronkelijke rechte lanen en zichtassen in barokstijl werden later aangevuld met slingerpaden en romantische doorkijkjes in de Engelse landschapsstijl. Sommige markante elementen zijn er vandaag nog steeds, zoals de beelden bij de vijver.
Vandaag is Natuurmonumenten de eigenaar van Huis Nijenburg, terwijl Stichting Hendrick de Keyser het huis beheert. Het landgoed (inclusief Heilooerbos) is altijd gratis toegankelijk. Het huis zelf opent haar deuren alleen voor speciale gelegenheden. Ik moet dit eigenlijk in de gaten houden, want ik heb er zelf nog nooit binnen gekeken.
Kortom, het Huis Nijenburg is een interessant gebouw in een mooie groene omgeving. En zo zie je maar weer: geschiedenis is overal. 😉
Gisteren was het precies dertig jaar geleden dat de Berlijnse Muur viel. West-Duitsland (de BRD) en Oost-Duitsland (de DDR) werden samengevoegd tot een nieuwe Bondsrepubliek Duitsland. In Baarn werd deze gebeurtenis groots herdacht met aandacht voor West én Ost. Er werden lezingen georganiseerd en interviews gehouden (met o.a. Egbert Jacobs, de laatste Nederlandse ambassadeur in de DDR). Maarten van Rossem en ik boden nog wat extra historische context. Geheel in stijl in een retro-outfitje, haha!
De bijdragen van de aanwezigen maakten indruk. Zo vertelde een dame dat zij en haar vriendinnen -allemaal huisvrouwen uit de DDR- ontzettend veel stress kregen van het assortiment in de supermarkt dat met de opheffing van de DDR plotseling ook voor hen in Dresden verkrijgbaar was. Ze waren het huismerk gewend; in winkels kon je weinig kiezen. Het westerse kapitalisme overviel hen omdat de vrouwen nu voor ieder product uit minstens vijf opties konden kiezen. Iets waar ik als kind van de jaren ’90 nog nooit over nagedacht had!
Verder waren er Trabantjes en vloeide de Sekt rijkelijk. Het was een leerzaam en ook gezellig weekend! 🙂
Een tijdje geleden heb ik in Freiburg de filmscreening van “Skulls, of my People” bijgewoond. Dit is een Zuid-Afrikaanse documentaire door Vincent Moloi, waarin getoond wordt hoe Namibische schedels (en andere stoffelijke resten) terechtkwamen in diverse Europese steden. Belangrijk is dat erbij uitgelegd wordt waarom deze objecten daar niet thuishoren.
Het is een pijnlijke en indrukwekkende film, hoewel de aantallen enigszins gemanipuleerd en gedramatiseerd zijn (aldus mijn scriptiebegeleider Dr. Dag Henrichsen). Na afloop was er een wetenschappelijke discussie, geleid door Julia Rensing. Julia is een Namibiëspecialist gelieerd aan de Universiteit van Freiburg; ik had haar al eerder in Basel ontmoet. Tijdens de discussie werden de cijfers bijgesteld en uiteindelijk werd er hierover consensus bereikt onder de aanwezigen.
Het werd me goed duidelijk hoe gevoelig dit onderwerp ligt bij velen. Dit thema is nog altijd zeer relevant voor de betrekkingen tussen de Duitse en Namibische regeringen. De discussie bood me daarom waardevolle input voor mijn scriptie.
Mijn dank gaat uit naar de Kommunales Kino Freiburg voor de uitnodiging.
Al enige tijd geleden kreeg ik van Skript Historisch Tijdschrift te horen dat ik één van de drie genomineerden was voor hun jaarlijkse scriptieprijs. Ik dacht daarmee mijn winst al in de pocket te hebben, maar niets was minder waar. Ik had nooit durven dromen dat juryvoorzitter Kim Beerden mijn naam uitsprak bij het aankondigen van de winnaar, afgelopen week tijdens het bijbehorende evenement in Boekhandel Atheneum aan het Spui. Hiermee is mijn scriptie “The Greater Cause. Hoe de Société Amicale de bevolking van Moyen Congo kon overtuigen.” benoemd tot beste Geschiedenis Bachelorscriptie van Nederland voor het jaar 2017. Wat een eer! 😀