Als je naar beneden kijkt terwijl je door de Vlaamse stad Turnhout loopt, dan zal er snel iets opvallen. Sommige gebouwen hebben naast de entree een gat in de muur, waar niks achter zit. De gaten horen niet bij de riolering en zijn ook niet puur decoratief. Wat zijn het wel?
Het zijn holletjes om je voeten in schoon te vegen! Vroeger was er bij de voordeur van veel huizen zo’n voetschraper of schoenschraper aanwezig. De straten waren immers niet altijd zo schoon en vlak als ze nu zijn. Voordat betegelde stoepen de norm werden, was het wel zo hygiënisch om even alle modder (of poep) van je schoeisel te vegen voordat je ergens naar binnen ging.
De eerste voetschrapers stonden los bij de voordeuren. Het waren zware blokken met scherpe beugels van ijzer. Ze waren soms fraai gedecoreerd, maar stonden wel een beetje in de weg. Zeker toen er meer verkeer op straat kwam, vormden de schoenschrapers gevaarlijke obstakels. De oplossing was om een schraper op te hangen in een nisje in de muur naast de deur; dus zoals op de foto’s te zien is.
Vanaf de 20e eeuw werd de schraper geleidelijk overbodig door bestrating en door de opkomst van deurmatten achter de voordeur, in het huis. De lege nisjes bleven. 🙂
Net over de grens, in de Vlaamse stad Turnhout, staat het Kasteel van de Hertogen van Brabant. Rond het jaar 1110 gebouwd als jachtslot, is het kasteel door de eeuwen heen vaak uitgebreid en gerestaureerd.
Luchtfoto (publiek domein)
De Heer van Turnhout stond bijna 700 jaar lang aan het hoofd van het Turnhoutse stadsbestuur, namelijk van 1106 tot 1794. Deze functie werd afwisselend vervuld door de Hertog van Brabant, van Bourgondië of van Nassau. Ook keizer Karel V is Heer van Turnhout geweest!
Tijdens de Tachtigjarige Oorlog (1568-1648) was het kasteel van strategisch belang. Bij de Slag van Turnhout (1597) had prins Maurits van Oranje-Nassau de Spaanse troepen verslagen en daarna nam Maurits het kasteel in. De oorlog dwong hem overigens wel om een deel van het kasteel in brand te steken, waarna het zwaar beschadigde.
Tekening door Constantijn Huygens (17e eeuw).
Verbazingwekkend veel bekende historische figuren verbleven in het kasteel: Filips de Stoute, keizer Maximiliaan van Oostenrijk, de Deense koning Christian II, de graven van Egmont en Hoorne, keizer Karel V, diens zoon koning Filips II en de Hertog van Alva. Verder nog de Franse koningin Eleonora (van Castilië), stadhouder Willem II, zijn vrouw Mary Stuart, Amalia van Solms, keurvorst Friedrich Wilhelm I van Pruisen, stadhouder (later Engels koning) Willem III en de dichter Constantijn Huygens. Dat kwam wellicht doordat de zus van keizer Karel V, Maria van Hongarije, het kasteel in de 16e eeuw transformeerde tot luxe renaissancepaleis met bijbehorende decoraties en kunstwerken.
Maria van Hongarije (1505-1558)
In de tijd van Napoleon degradeerde de Franse bezetter het kasteel tot een rechtbank met gevangenis (1796-1797). De kerkers bleven in gebruik tot 1904, totdat er in de stad een nieuwe gevangenis gebouwd werd. Daarna werd er een afdeling van het Provinciale Gerechtshof van Antwerpen in het gebouw gehuisvest (gerechtsafdeling Turnhout). Deze rol vervult het voormalige luxepaleis tot op de dag van vandaag.
Tip! Het gebouw staat midden in de stad, op loopafstand van de winkelstraten. Je kunt er niet zomaar naar binnen, maar je kunt er altijd een kijkje nemen en je kunt op ieder moment om het kasteel heen lopen. 🙂
Omdat het Kerst is, deel ik graag een mirakelverhaal met jullie.
Bron: www.geneanet.org
De kapel van het Franse gehucht Sancenay (in Zuid-Bourgondië) wordt ook wel “het witte kapelletje” genoemd. Het gebouw is namelijk gewijd aan de zogenoemde “catholiques blancs” (“witte katholieken”), die het geloof belijden volgens een oude traditie. Zij hangen het katholicisme aan van vóór het concordaat van 1801, dat paus Pius VII met Napoleon sloot. Maar de kapel zelf is al veel ouder! Het hoorde aan het begin van de 11e eeuw waarschijnlijk bij het kasteel van de Baronnen van Sancenay, die destijds afkomstig waren uit het Huis van Semur.
In de 17e eeuw is het plafond verfraaid met zeer gedetailleerde schilderingen. De motieven bestaan onder andere uit familiewapens en monogrammen. De opdracht hiervoor kwam van de plaatselijke adel, maar de uitvoerder was de Nederlandse (!) schilder Abraham Graffe. Het plafond is uniek en daarom verheven tot historisch monument.
Maria is overal te zien. Achterin de kerk hangen veel ex voto’s; plaquettes waarmee de Heilige Maagd gesmeekt wordt om hulp of juist bedankt wordt voor haar bescherming en genezing. Deze zijn door de eeuwen heen door de lokale bevolking opgehangen.
Er hangt zelfs een paar krukken aan de muur, afkomstig van ene Marcel Ravaud. Dit jongetje leefde een eeuw geleden. Hij kon nauwelijks lopen, hij kon alleen strompelen met krukken. Hij werd zondags vaak naar de kerk gebracht in een rolstoel. Op een dag wilde hij op de terugweg hazelnoten gaan plukken en rapen. Zijn ouders herinnerden hem aan zijn handicap, maar Marcel stond op, gooide zijn krukken neer en werd later monteur in de stad. Maria had hem genezen.
Het verhaal van Marcel werd, uiteraard, het Mirakel van Sancenay. 🙂
In het huidige Egmond aan de Hoef lag vroeger een imposant kasteel, namelijk het Slot op den Hoef. Vandaag is dit een ruïne waarvan de fundamenten gerestaureerd zijn, zodat je toch een idee krijgt van de grootte en de vorm van het bouwwerk. Het is verbonden aan meerdere belangrijke episodes uit de vaderlandse geschiedenis en dus echt een bezoekje waard.
Een stukje verderop staat de abdij van Egmont (in het huidige Egmond-Binnen). In de middeleeuwen verwierf deze abdij steeds meer grondgebied in Holland. De geestelijken besteedden het beheer daarvan uit aan rentmeesters uit het adellijke geslacht (Van) Egmont.
In 1170 besloot Dodo van Egmont dat er dan ook maar een kasteel voor zijn familie moest komen op die plek. Willem I van Egmont voegde daar in 1229 ook nog een slotkapel aan toe. Eind 15e eeuw had het gebouwencomplex onder Jan III van Egmont (de eerste graaf van Egmont) zijn grootste omvang bereikt.
Lamoraal d’Egmont
Maar het was vooral Lamoraal I van Gavere (1522-1568) die een sleutelfiguur in de Nederlandse geschiedenis werd. Hij was onder andere krijgsheer van keizer Karel V, gouverneur van Vlaanderen en Artesië en lid van de Raad van State. Hij werd geboren in een kasteel nabij Lahamaide (België), maar zijn familieburcht was dus het Slot op den Hoef.
Hij ontving hier edelen voor politieke vergaderingen en van hieruit initieerde hij bovendien de drooglegging van het Egmonder- en Bergermeer. Deze bebouwbare polders hebben we dus aan hem te danken. Lamoraal van Egmont voorstond godsdiensttolerantie voor de bevolking, maar dit burgerrecht werd onderdrukt door Filips II (die de zoon van keizer Karel V was en destijds als koning over de Spaans-Habsburgse Nederlanden regeerde).
Lamoraal I werd de bekendste graaf van Egmont, mede door zijn tragische einde. Op 5 juni 1568 werd hij namelijk op orders van Filips II onthoofd op de Grote Markt van Brussel. Meteen daarna moest ook de graaf van Horne (Hoorn) dit lot ondergaan. Deze onthoofdingen bespoedigden de uitbraak van de Tachtigjarige Oorlog (1568-1648) en voedden in het bijzonder de verzetslust van Willem van Oranje, die een bekende was van beide graven en zelfs met hen gediscussieerd had over de juiste mate van godsdiensttolerantie in de Nederlanden.
Hoe liep het af met het kasteel? In de eerste jaren van de Tachtigjarige Oorlog, namelijk in 1573, staken de geuzen onder leiding van Diederik Sonoy het Slot op den Hoef in brand om te voorkomen dat de Spanjaarden het zouden claimen. Het idee hiervoor kwam van Willem van Oranje. Het lukte, maar de schade was groot.
Het kasteel raakte steeds meer in verval. In 1798 werd het zelfs verkocht ‘voor de sloop’ en werd alles afgebroken tot puin. Langzaamaan werden de resten van het bouwwerk opgeslokt door een moerassig weiland. Pas in 1933 gaf een uitstekend brok puin aanleiding om het gebied te ontwateren. Naast allerlei oude gebruiksvoorwerpen, kwamen ook de fundamenten van het kasteel zo weer boven water.
De steenresten werden versterkt met modern beton en opgemetseld met de gevonden bakstenen. Vandaag kun je er overheen lopen en de fundamenten dus van heel dichtbij bekijken. Met een beetje fantasie waan je je bijna op bezoek bij de graven van Egmont! 🙂
Ja, zin om te werken zullen ze ook wel hebben. Maar ik refereer hier aan de naam van een voormalige steenfabriek. Vandaag is de fabriek een museum en is de authentieke ringoven een monument.
De eerste bijdrage van AlomHistorisch aan een podcast is een feit! 😀
In de spiksplinternieuwe podcast van His and HerStory praat ik met Rens Bleijenberg en Vincent Brink over het leven en de nalatenschap van koning Lodewijk Napoleon. We zoomen ook even in op het geplande standbeeld in Voorthuizen. Waar komt dat idee vandaan en waarom moet er uitgerekend in Voorthuizen op de Veluwe een standbeeld van deze Fransman-turned-Hollandse-volkskoning komen?
Hieronder heb ik de YouTube-versie ingevoegd:
En hier een screenshot met meer informatie over de podcastreeks:
Eerdere afleveringen van de His and HerStory-podcast gingen bijvoorbeeld over Leo Major, Jiang Qing, Maria Bochkareva, António de Spínola, Alexine Tinne en Bep Turksma. Als je geen idee hebt wie dit zijn, dan moet je echt even overschakelen naar hun podcastkanaal. Alle afleveringen zijn gratis te beluisteren via de standaard kanalen, zoals Spotify.
Het opnemen van de podcast was leuk, gezellig en informatief. Rens en Vincent weten wat ze doen en maken behapbare afleveringen waarin altijd veel verrassende feitjes zitten. Zo is de His and HerStory-podcast een feestje om naar te luisteren en een makkelijke manier om meer over het leven van historische personen te leren.
Voor ons is stroom onmisbaar. Treinen en vliegtuigen zijn tegenwoordig zelfs uitgerust met USB-aansluitpunten zodat wij onze apparaten kunnen opladen. Maar de eerste stroompunten zagen er héél anders uit.
Wie kent ze nog, deze ouderwetse stopcontacten? 😀
Een stopcontact wordt ook wel (wand)contactdoos genoemd. Het is letterlijk een aansluitpunt om elektriciteit af te nemen, via een verbinding met het elektriciteitsnet. Het afnemen van elektrische energie (stroom) gebeurt normaliter via een stekker (‘contactstop’); waar dan weer een apparaat aan vastzit. De eerste contactdoos met stekker dateert van 1883. Aan het einde van de 19e eeuw werd er wereldwijd in steeds meer huishoudens elektriciteit aangelegd. Aanvankelijk werd deze energie vooral gebruikt voor verlichting, maar men ontdekte spoedig dat er ook andere apparaten mee aangedreven konden worden, zoals kachels.
Elektrische stofzuiger van Electrolux (1932)Elektrische gitaren van Gibson (1939)
Maar let op, elektriciteitsleveranciers vroegen een lagere prijs voor elektriciteit die gebruikt werd voor verlichting, dan voor elektriciteit die gebruikt werd voor andere doeleinden! Daarom begon men aan de stekkers van stofzuigers en föhns te prutsen, zodat deze in het goedkopere elektriciteitsnetwerk gestopt konden worden via de lampfittingen. De dringende vraag naar goede en veilige aansluitingen voor alle moderne huishoudelijke apparaten, leidde tot de ontwikkeling van geaarde stopcontacten. Een geaarde elektrische installatie voorkomt dat het apparaat onder spanning komt te staan (en jij een schok krijgt) door de elektriciteit “naar de aarde” af te voeren via een aardedraad. Tegenwoordig is het verplicht om een stopcontact zo te construeren dat je de stroomvoerende delen niet meer kunt aanraken als je er een stekker in steekt. Die ouderwetse kreet “pas op met je vingers bij het stopcontact!” is dus eigenlijk overbodig vandaag.
Stopcontacten met randaarde hebben extra contactpunten (flappen aan de zijkant van het stopcontact), die met een aardedraad verbonden zijn aan de aardelektrode. De elektrode is vaak van koper en maakt het daadwerkelijke contact met de aarde. Zie de afbeelding hieronder.
Stopcontacten met penaarde functioneren precies hetzelfde, maar zien er anders uit. Penaarde verloopt via een uitsteeksel (“een pen”) in het midden van het stopcontact. Zie wederom de afbeelding hieronder.
Op de foto helemaal bovenaan is te zien dat het oude Franse stopcontact niet geaard is. Alle beveiliging tegen schokken ontbreekt. Verder zitten er schakelaars onder. Gezien de hoogte van het stopcontact op de muur (op ooghoogte naast de deurpost), zijn die schakelaars er voor de verlichting.
Het ouderwetse stopcontact vertelt ons dat dit huis gebouwd is vóórdat er in ieder huishouden elektriciteit beschikbaar was. Sowieso was het niet makkelijk om stroom aan te leggen in gebouwen en huizen van dit type; dus van natuursteen, leem en hout. Het huis is vandaag het dorpscafé van Oyé. Hier zal deze historische stroomvoorziening jarenlang gebruikt zijn om onhandige olielampjes te vervangen door elektrisch licht. Zo was het ook makkelijker om het café na zonsondergang open te houden… wat weer mogelijkheden bood voor grandioze feesten en partijen. En al die verhalen gaan schuil achter één stopcontact. 😉
Een “mud” of “mudde” is een inhoudsmaat van vroeger. Het is een verbastering van het Latijnse woord “modius” en werd gemeten met kuipen/tonnen zoals op de foto.
Een mud was op veel plekken in Nederland gelijk aan 4 schepel. En ook dát is weer een oude inhoudsmaat: een schepel is eigenlijk “een kom vol” droge waren. Met een mud werden echter ook aardappels, kolen en vloeibare stoffen gemeten.
Omdat deze inhoudsmaten per regio flink konden verschillen, werden ze langzaamaan vervangen. De regering van Napoleon had in Frankrijk al voor de invoering van het metriek stelsel gezorgd. Voor Nederland duurde het nog een paar jaar; bij ons werd dit stelsel namelijk pas officieel ingevoerd in 1820. Toen werd een mud gelijkgesteld aan 100 liter.
Onlangs reisde ik af naar Innsbruck en bezocht ik het Tiroler Panoramamuseum, waar het Innsbrucker Riesenrundgemalde het meest bijzondere onderdeel is. Dit is een panoramisch (rondlopend) schilderij over de Derde Slag op de Bergisel (een heuvel bij Innsbruck). Na het beklimmen van een brede trap, kom je “middenin” het schilderij terecht. Vanwege de ronde vorm kun je letterlijk langs het verhaal lopen. Het schilderij laat zien hoe een groep gewapende boeren uit Tirol, onder leiding van de herbergier-handelaar Andreas Hofer, het Keizerlijke Franse leger van Napoleon verslaat.
Het unieke schilderij is bijna 11 meter hoog en is meer dan 90 meter lang. Vóór het schilderij is de omgeving van de veldslagen nagebootst door middel van echte struiken, boerenhekjes, zandheuvels en opgezette dieren. Op de achtergrond spelen geluiden, je hoort vogels en natuurgeluiden en je hoort de soldaten in de verte. Zo is de 3D-ervaring compleet en krijg je het gevoel dat je de veldslag met eigen ogen ziet.
In het museum is nog veel meer te zien, zoals portretten, informatiepanelen, beelden, wapens en voorwerpen uit deze tijd. De gevechten tussen de Tirolers en de Franse troepen krijgen hier alle aandacht.
Wat is de historische achtergrond van deze gebeurtenissen? Vandaag hoort Tirol bij Oostenrijk en Italië, maar er was een tijd waarin de Tirolers streden voor hun onafhankelijkheid. In 1805 versloegen de Franse troepen van Napoleon Bonaparte de Oostenrijkse en Russische legers in de Slag bij Austerlitz. Het gevolg was dat de regio Tirol werd afgesneden van het Habsburgse Rijk en aan het Koninkrijk Beieren werd toegevoegd (wat nu het Duitse Bundesland Bayern is).
Het Beierse bestuur was loyaal aan Napoleon en werd door de Tirolers gehaat; want zowel de boerenklasse als de gegoede burgerij werden beperkt in hun vrijheden. In april 1809 brak er een opstand uit onder leiding van eerdergenoemde herbergier en handelaar Andreas Hofer. Op de Bergisel behaalden de gewapende opstandelingen (inclusief vele boze boeren met simpele spiesen en harken) een overwinning op Napoleons getrainde troepen.
Als gevolg van een wapenstilstand werd Tirol nogmaals bezet en gecontroleerd door het Franse leger. Hofer trommelde zijn strijdkrachten weer op en wéér bleken zij sterker dan die van Napoleon. Er volgde zelfs een derde campagne, waaruit de Tirolers nogmaals sterker naar voren kwamen dan de Fransen.
Een onafhankelijk Tirol was op dat moment niet ondenkbaar. Ware het niet dat de vrijheidsstrijders bij een vierde veldslag in november 1809 tóch verslagen werden. Hierna ging het voor de Tirolers snel bergafwaarts en brokkelde het verzet tegen Frankrijk en Beieren af. De militaire leiding viel uiteen.
Toen er steeds meer versterking vanuit het Franse Keizerrijk bleef komen, werd de situatie onhoudbaar voor Hofer. Hij moest het gebied ontvluchten, maar werd verraden en werd in Zuid-Tirol al opgepakt. Hij werd in februari 1810 veroordeeld tot executie door een vuurpeloton.
Tirol werd opgedeeld in 3 delen: het noorden werd formeel bij het Koninkrijk Beieren gevoegd, het oosten bij het Franse Keizerrijk en het zuiden bij het (door Napoleon uitgeroepen) Koninkrijk Italië. Maar sinds Napoleons definitieve nederlaag bij Waterloo in 1815 hoort Noord-Tirol bij Oostenrijk. Andreas Hofer wordt ieder jaar op zijn sterfdag, 20 februari, door de Oostenrijkers als vrijheidsstrijder herdacht en als held geëerd.
Op deze dag vertrok ik zonder plannen met de trein vanuit München naar Innsbruck. Voorafgaand aan mijn bezoek aan het Tiroler Panoramamuseum bezocht ik ook nog het Keizerlijk Paleis Hofburg; in de middeleeuwen en vroegmoderne tijd een belangrijke machtszetel van het Huis Habsburg. Dat was imponerend en prachtig om te zien, maar het verhaal van de Slag op de Bergisel maakte meer indruk op me. Ik moet eerlijk zeggen dat ik geen idee had van deze gebeurtenissen, misschien kwam het daardoor. Ook Andreas Hofer kende ik nog niet voordat ik Innsbruck bezocht. Mijn zonnige dagje Tirol was dus leuk én leerzaam. En zo zie je maar weer, geschiedenis is overal!
Dit jaar bestaat de ANWB Wegenwacht alweer 75 jaar. Wat begon met een stel geelgespoten Harleys uit het Canadese leger, is vandaag ontwikkeld tot een efficiënte, moderne en deels elektrische collectie hulpvoertuigen. In de video hieronder blikken we samen terug.