Spooky season: Japanse “zeemeerminnen” in musea

Jeetjemina… waar kijken we naar? Een monster? Een cultuurhistorisch object? Allebei misschien? Dit zijn ningyo (人魚), oorspronkelijk afkomstig uit Japan.

In Japan bestaan er al eeuwenlang volksverhalen over ningyo. Het zijn wezens die het midden houden tussen mens en vis. Anders dan westerse zeemeerminnen met hun (vaak) verleidelijke schoonheid, werden Japanse ningyo juist gezien als mysterieuze en angstaanjagende schepsels. Volgens oude legendes kon het eten van hun vlees onsterfelijkheid schenken, maar dat bracht tegelijkertijd verdriet. Het zijn daarmee apotropaeïsche objecten: de ningyo beschermen hun eigenaar tegen het kwaad (maar wel tegen een prijs).


Tijdens de Edo-periode (1603–1868) raakten deze verhalen verstrengeld met een groeiende fascinatie voor het wonderlijke en het bizarre. Ambachtslieden begonnen de zeewezens te construeren uit echte dieren, om ze nog imposanter te maken. Ze combineerden bijvoorbeeld een apenhoofd met een varkensneus, een vissenstaart en een lichaam van gedroogd leer. En dat alles gedecoreerd met vissenschubben en dierenhaar. Het resultaat was een overtuigende, vaak griezelige figuur die werd getoond in tempels en markten. De Europeanen die naar Japan afreisden, vonden het natuurlijk prachtig. Ze gingen erg ver om de ningyo te verkrijgen; die dingen moesten en zouden mee naar hun thuisland. Daar belandden ze dan in de rariteitenkabinetten van rijke verzamelaars en vorsten. De Japanse “zeemeerminnen” werden beschouwd als curiosa, waarmee je flink indruk kon maken op anderen. Vanaf de 19e eeuw werden ze ook steeds vaker getoond aan een breder publiek, bijvoorbeeld in circussen en op kermissen.

Vandaag zijn ningyo nog altijd te bekijken in musea en tempels. Zelfs in Nederland! En dat terwijl ze behoorlijk zeldzaam zijn, omdat ze moeilijk te conserveren zijn (met al die dierlijke elementen).

Bovenstaande exemplaren zijn tentoongesteld in het Mauritshuis in Den Haag (de ningyo met de grijns) en in Museumkasteel Wijchen (de ningyo die meer op een mummie lijkt). Wat ik heel goed vind, is dat er in beide musea genuanceerde informatie op de bordjes staat. Want wat wij vandaag als exotisch zien, heeft op andere plekken ter wereld misschien wel een belangrijke betekenis. En de manieren waarop de ningyo verkregen zijn en naar Europa gebracht zijn, waren vast niet altijd eerlijk. We weten het simpelweg niet zeker. Maar indrukwekkend zijn de zeemeerminnen in ieder geval!

Melktert en biltong in het klaslokaal

Onlangs hebben we afscheid genomen van twee van onze Zuid-Afrikaanse leerlingen. Ik vond dat zij wel fatsoenlijke ‘kos’ verdienden na afloop van hun laatste lessen, om lekker met de hele klas te proeven. Dus hop, ik reed naar KuierKos in Bloemendaal voor wat snacks. Zoete mini melktertjies en hartige biltong gingen in mijn mandje. Verrassend genoeg was de biltong bij de leerlingen meer in trek dan de melktert! 🙂

Het is waarschijnlijk wel bekend dat de Republiek Zuid-Afrika een levendige koloniale geschiedenis heeft. Veel delen van het land werden in de 17e eeuw bestuurd door de VOC, voordat deze regio’s bezet werden door de Britten. Daarna transformeerde het territorium in een kolonie van de Bataafse Republiek, voordat het weer de Britse “Kaapkolonie” werd. Kort gezegd was het een kat-en-muisspelletje tussen de Nederlanders en de Britten, hoewel de situatie nog veel complexer was dan dat. Aan het begin van de 20e eeuw werd Zuid-Afrika zélf een kolonisator, namelijk van het buurland Namibië. Dit heeft tot aan de onafhankelijkheid van Namibië in 1990 geduurd.

Deze geschiedenis bracht diverse culturen naar/door/langs Zuid-Afrika, die allemaal een stempel op het huidige land gedrukt hebben. Zo ook op de keuken, dus de gerechten, de drank en de snacks. Twee typische Zuid-Afrikaanse lekkernijen vond ik geschikt om in de klas uit te delen, de bovengenoemde melktert en biltong. Maar wat is dat precies?

Melktert is een toetje dat door de Nederlandse kolonisten naar Zuid-Afrika gebracht is. De opvatting is dat het geïnspireerd is op de Nederlandse mattentaart, die op kwarktaart lijkt qua uiterlijk en smaak. Vandaag bestaat melktert uit een zoete taartkorst, gevuld met pudding en doorgaans bestrooid met kaneel.

Biltong is gedroogd en gekruid vlees, vaak gemaakt van rundvlees, hoewel andere opties ook populair zijn (bijvoorbeeld van kudu, varken, struisvogel of eland). Het vlees wordt in reepjes gesneden (“tongen”), klaargemaakt met azijn en/of specerijen en aan de lucht gedroogd vóór consumptie. Ook dit recept zou van de Nederlandse kolonisten afstammen, hoewel het drogen van vlees om het te bewaren al overal ter wereld gedaan werd en nooit aan één specifieke plaats gebonden is geweest.

We hebben gesmikkeld als smulpapen en de leerlingen vonden het leuk om over deze lekkernijen te leren. 🙂

Interview met de Universiteit van Leiden

Onlangs werd ik geïnterviewd voor de alumni-nieuwsbrief van de Faculteit Geesteswetenschappen van de Universiteit Leiden. Ik vertelde over mijn studiekeuzes en studietijd… en over kipnuggets bij de Burcht. 😉

Het artikel is onderdeel van de tweetalige reeks “Humans of Humanities”, waarin iedere keer een andere geesteswetenschapper aan het woord komt. Het interview staat daarom zowel in het Nederlands (klik hier) als in het Engels (klik hier) op de website.

De Steen van Rosetta, onze sleutel tot het oude Egypte

Vandaag toverde ik in 3vwo een mini-replica van één van de belangrijkste archeologische vondsten ter wereld tevoorschijn. Tot mijn grote vreugd vonden de leerlingen dit malle ding hartstikke interessant en waren ze ijverig bezig om de betekenis ervan te ontdekken.

In 1799 vonden Franse soldaten bij het Egyptische stadje Rosetta (Rashid / رشيد) een donkere steen met drie soorten tekst. Deze Napoleontische soldaten waren op expeditie en besteedden hun vrije tijd aan het opduikelen van cultuurhistorische objecten. Destijds een acceptabele praktijk, nu toch wel behoorlijk dubieus te noemen. Afijn, de vondst werd “de Steen van Rosetta” genoemd. Het bleek de sleutel tot het ontcijferen van het Egyptische hiërogliefenschrift.

Op de steen staat dezelfde inscriptie in drie talen: het hiërogliefenschrift, het Demotisch (een versimpeld hiërogliefenschrift voor alledaags gebruik) en het Grieks. Voor de liefhebber: de tekst is een decreet van farao Ptolemaeus V Epiphanes, uitgevaardigd in 196 v.Chr; over zijn goede regering en de noodzaak om standbeelden voor hem op te richten. Dat er drie keer dezelfde tekst staat, maakte het mogelijk om het mysterieuze symbolenalfabet van de Egyptenaren te begrijpen. In 1822 lukte het de Franse taalkundige Jean-François Champollion om de code te kraken. Vanaf dat moment konden eeuwenoude Egyptische teksten dus weer worden gelezen.

Op de bovenste foto houd ik een stuk hout vast, waarin de tekst gegraveerd is. Maar de echte steen van Rosetta is een flink brok granodioriet (zie de foto hierboven). Het topstuk is te zien in het British Museum in Londen. Waarom niet in Parijs? Omdat Napoleon het bezette territorium in Egypte uiteindelijk “verloor” aan Britse troepen onder leiding van admiraal Nelson en generaal Hutchinson. Met het Verdrag van Alexandrië eisten de Britten alle wetenschappelijke vondsten van de Fransen op als oorlogsbuit (1801). Dergelijke verhalen gaan overigens schuil achter bijna alle Egyptische topstukken die in Europese musea tentoongesteld worden. Dat is iets om in gedachten te houden.

Gelukkig zijn de wetenschappelijke inzichten die de Steen van Rosetta opleverde wel altijd met de hele wereld gedeeld. Het is een ware taalkundige brug tussen beschavingen!

Kasteeldomein de Renesse (Oostmalle, België)

Dat de geschiedenis van Nederland en België innig met elkaar verbonden zijn, zal niemand verbazen. Onze historie begon immers gezamenlijk in de middeleeuwen, toen we nog één land vormden. In de jaren dat de Noordelijke Nederlanden (het huidige Nederland) in opstand kwamen tegen de Spaanse overheersing door het Huis Habsburg, bleven de Zuidelijke Nederlanden (het huidige België) de Spaanse koning juist trouw. Vanaf dat moment liepen de levenslijnen van de twee landen uiteen, maar na de Franse periode werden ze toch weer samengevoegd.

Deze historische meanders komen tot uiting in het indrukwekkende Domein de Renesse in Oostmalle. De geschiedenis is hier letterlijk in de gebouwen terug te zien, met name in het kasteel (dat ooit symmetrisch was, maar door de eeuwen heen een eclectisch bouwwerk is geworden). Zelfs de beplanting in de tuin is onderhevig geweest aan verschillende historische invloeden, waardoor het vandaag zeer plezierig is om over het groene, bloeiende en netjes onderhouden domein te wandelen.

Nadat Napoleon verslagen was bij Waterloo, werd er een nieuw “Verenigd Koninkrijk der Nederlanden” gevormd (1815). Dat betekende ook dat er een gezamenlijk koloniaal rijk was. Zowel Nederlandse als Belgische ambtenaren werkten in Nederlands-Indië, zo ook de markante figuur Leonard du Bus de Gisignies. Echter, tijdens zijn diensttijd begon de Belgische Revolutie en werd België een zelfstandig land (1830). Wat dat voor hem als Belg betekende in de Nederlandse kolonie, wordt in de video besproken, samen met nog veel meer andere interessante feiten over het domein.

Met hartelijke dank aan Raymonde vanden Broeck en Joke Kenis voor de gastvrijheid en voor de ondersteuning bij de totstandkoming van de video.

“Afrika verdelen” in de klas

In de klas hebben de leerlingen de kaart van Afrika opnieuw ingetekend, net zoals dat in 1884-1885 gebeurde tijdens de Conferentie van Berlijn.

Deze Conferentie van Berlijn was een bijeenkomst van een aantal leiders van industrialiserende Europese naties. Onder andere het Duitse Rijk, België, Groot-Brittannië en Frankrijk waren aanwezig. Deze vier naties werden de hoofdrolspelers van het evenement, hoewel er nog meer landen vertegenwoordigd waren.

De Europese machten kwamen bijeen om “koloniale problemen” op te lossen (denk aan dubbele claims, gebrek aan industriële grondstoffen of juist gebrek aan afzetgebieden). Door het Afrikaanse continent onderling te verdelen, herdefinieerden ze de grenzen van Afrikaanse landen en creëerden ze tegelijkertijd nieuwe naties. De mensen die in deze gebieden woonden, waren nooit om advies gevraagd. Ze hadden niets te zeggen bij de creatie van deze nieuwe landsgrenzen. En dus sneden de lijnen dwars door stamgebieden en graasgebieden/migratieroutes van dierenkuddes, waardoor er automatisch nieuwe spanning ontstond onder de lokale bevolking.

Hoewel het tijdperk van dit moderne imperialisme nu achter ons ligt, vormen de afspraken uit de Conferentie van Berlijn nog altijd de reden dat sommige Afrikaanse grenzen er vandaag zo vreemd “recht” uitzien.

Als docent kun je dit vertellen en aanwijzen op de kaart, maar je kunt het de leerlingen ook zelf laten ontdekken. De klas speelt de Conferentie dan na en probeert zoveel mogelijk de belangen van het eigen land te behartigen. Met een paar kaartjes op tafel, zeiden ze dingen als “Ik claim dit stuk land, jij mag dat hebben!” en “Stop, dit is mijn territorium!”. Of, helemaal berekenend en tevreden met zichzelf: “Dat overige stukje kunnen we nog in tweeën snijden!”. Door hen na afloop met hun eigen uitspraken te confronteren, begrepen we aan het einde van de les allemaal hoe absurd de Conferentie van Berlijn eigenlijk was.

Als je dit zelf ook eens wil proberen, dan is de PDF van Barbaar Educatie meteen bruikbaar en goed functionerend (klik hier). Aanrader voor de lessen over kolonialisme!

Het verhaal van Multatuli – Het Cultuurstelsel in Nederlands-Indië

Hieronder staat de tweede uit een reeks van drie video’s met meer achtergrondinformatie over de zandsculpturen die momenteel te zien zijn bij Zandsculpturen Garderen.

Dat overzeese koloniën veel rijkdom opleverden voor de Europese moederlanden, is algemeen bekend. De lokale bevolking werd via economische maatregelen uitgebuit om zoveel mogelijk tropische gewassen en exotische producten te vergaren. De politiek-economische elite uit Europa stond aan het hoofd van deze structuren, maar schakelde ook lokale leiders in om de gehoorzaamheid en dienstbaarheid van de locals te bevorderen. In de Nederlandse kolonie Nederlands-Indië (het huidige Indonesië) heette dit het “Cultuurstelsel”.

Destijds waren er al mensen die zich tegen dergelijke vormen van uitbuiting uitspraken. Vaak waren dit koloniale ambtenaren of politici die het systeem met eigen ogen in werking hadden gezien. Ze wisten dus waar ze het over hadden. De bekendste Nederlandse criticus op het koloniale systeem, was Eduard Douwes Dekker uit Amsterdam. Zijn schrijversnaam, Multatuli, klinkt u waarschijnlijk bekender in de oren dan zijn echte naam. Het was Multatuli die een belangrijke collectie verhalen schreef, waarmee vele voorbeelden van de corruptie en uitbuiting in Nederlands-Indië uiteindelijk openbaar werden. Hoe meer mensen wisten wat daar gebeurde, hoe harder de roep om hervormingen. Maar hoe kwam dat? In de video hieronder duiken we in het leven en in de nalatenschap van Multatuli.

Mijn dank gaat uit naar de medewerkers van het Multatuli Museum. Hier is een deel van de video opgenomen en hier ben ik zeer hartelijk ontvangen. Ik mocht ook even neuzen in hun archief en daar toonde Willem van Duijn mij de eerste urn van Eduard Douwes Dekker. Toen hij overleed, was cremeren nog verboden in Nederland. Maar eigenwijs als Multatuli was, heeft hij zich toch laten cremeren. Inmiddels zitten zijn overblijfselen in een nieuwe urn en is hij bijgezet in zijn monumentale graf op begraafplaats Westerveld in Driehuis (te zien in de video). Maar wat een bijzonder object en wat een unieke kans om zo dicht bij Multatuli te komen. Dit vergeet ik nooit meer. Hartelijk dank, Willem!

De Kathedraal van de Veluwe

In de tijd van het moderne imperialisme (toen Europese landen koloniën overzee exploiteerden), was het natuurlijk handig om snel met de tropische gebieden aan de andere kant van de wereld te kunnen communiceren. Maar het internet bestond nog niet, laat staan de sociale media. Toch werd de telecommunicatie al aan het einde van de Eerste Wereldoorlog zodanig verbeterd, dat er ook lange-afstandsverbindingen aangelegd konden worden.

Voor Nederland had dat betrekking op o.a. Suriname en Nederlands-Indië (het huidige Indonesië). Op de Veluwe werd daarom een ultramodern zendpark gebouwd dat er ook nog eens esthetisch uitzag qua architectuur. Omdat de kolos bij Kootwijk ontstond, kwam het gebouw bekend te staan als “Radio Kootwijk”.

Bekijk de geschiedenisflits hieronder voor de historische ontwikkeling van deze “kathedraal van de Veluwe”.