Geruïneerd door overpriced bloembollen – De Tulpenmanie

In de vroegmoderne tijd wist Nederland zich (als Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden) los te maken van het Spaanse Rijk. Het handelsvolk aan de Noordzee had daar bijna een eeuw voor moeten strijden, vandaar de term Tachtigjarige Oorlog (1568-1648). Ondanks deze conflicten, konden de “Nederlanders” zich economisch ontwikkelen. De lokale handelsgeest en ijver werden versterkt door internationale ambities. De VOC en de WIC brachten ons land een ontzettend grote rijkdom, die overzee niet altijd eerlijk vergaard was. Eenmaal onafhankelijk begon er een economische en culturele bloeitijd. We refereren nog altijd aan deze periode als de Gouden Eeuw, grofweg samenvallend met de 17e eeuw (of op zijn minst de tweede helft daarvan).

Maar waar grootschalig geïnvesteerd en gespeculeerd wordt, kunnen ook economische zeepbellen ontstaan. In 1634 sloeg het economische optimisme in de Republiek finaal om: de bloembollenmarkt stortte in elkaar. Niet gek misschien, want de prijs voor één enkele tulpenbol was opgelopen tot enkele duizenden guldens. Daar kon je potdorie ook een heel grachtenpand in Amsterdam voor kopen!

Deze gebeurtenis kwam bekend te staan als de “Tulpenmanie” en was de allereerste economische crash uit de geschiedenis. Kun je nagaan, met je Gouden Eeuw

Stichting NiVo en hun missie om een standbeeld van Lodewijk Napoleon te realiseren

Onlangs werd ik benaderd door Stichting NiVo. De afkorting staat voor “Lodewijk Napoleon in Voorthuizen” en draait, logischerwijze, om de nalatenschap van koning Lodewijk Napoleon in Voorthuizen en de omliggende Veluwedorpen. Hun missie is om deze allereerste koning van Holland de aandacht te geven die hij verdient, uiteindelijk door middel van een standbeeld dat in Voorthuizen moet komen te staan.

Stichting NiVo nodigde mij uit om op het Bunckmanplein in het dorpshart te vertellen waarom Lodewijk Napoleon belangrijk is geweest voor de geschiedenis van ons land. Zo gezegd, zo gedaan en zodoende hebben we een leuk kort item opgenomen.

Ook heeft Stichting NiVo zojuist een papieren journaal gerealiseerd met bijdragen van historici, archivarissen en (cultureel) ondernemers. Omdat dit journaal alleen in Voorthuizen is verspreid, hebben ze het hele blaadje ook online gezet (bekijk het hier). Ze zijn er goed in geslaagd om hun boodschap en missie beknopt onder de aandacht te brengen. Ik sluit me daarom graag bij hen aan; zoals jullie misschien nog weten vind ik persoonlijk ook dat Lodewijk Napoleon meer aandacht zou moeten krijgen. En ook Maarten van Rossem schaart zich achter ons, hoe leuk is dat?! Ik ben zeer benieuwd naar het vervolg van deze initiatieven!

Historisch afval: zeeglas

Onlangs vond ik dit bijzondere stuk zeeglas op het strand. Zie je de beestenkop? Is dit een draak of een wild zwijn? Hoe dan ook, dit moet wel het fraaiste stukje zijn dat ik ooit gevonden heb.

Zeeglas komt als strandvondst langs de meeste kustlijnen voor: kleine, gladde stukjes glas die mat glanzen in het zonlicht. Zo’n stukje lijkt misschien op een klein edelsteentje, maar zeeglas is eigenlijk gewoon afval dat door de zee is getransformeerd. De scherpe randen van gebroken flessen, vensterglas of servies zijn in de loop der jaren afgesleten door zand en zout water. Wat overblijft, is een afgeronde, melkachtige scherf. Desalniettemin zijn het wel leuke stukjes geschiedenis, die je zo met het blote oog tussen de schelpen vindt.

Tot ver in de 20e eeuw belandde veel glasafval rechtstreeks in zee. Dorpen en steden dumpten hun afval in het water en mensen op zee gooiden hun gebroken flessen en borden rechtstreeks overboord. En wanneer een schip verging, kwam al het materiaal aan boord natuurlijk ook direct in het water terecht. In de 19e eeuw was glas vaak gekleurd met metaaloxiden die vandaag verboden zijn als grondstof, waardoor sommige tinten glas (zoals kobaltblauw, paars of rood) tegenwoordig zeldzaam zijn.

Afbeelding van The Blue Bottle Tree

Zeeglas kan gebruikt worden als historische bron indien er een leesbare tekst op staat. Denk dan aan het merkteken van de producent van de flessen, of juist aan de fabriek die de inhoud ervan vervaardigde. Fabrikanten wilden graag dat hun (bedrijfs)naam leesbaar was op hun product, bij wijze van reclame. Zo wist je welk product het was, ook al was de fles leeg. Ambachtelijke glasvervaardigers waren al helemaal trots op hun werk en zetten dan ook graag hun (atelier)naam op hun creaties. Gecombineerd met informatie over de plek en de tijd van de productie, kun je dan veel zeggen over de historische context.

Ik heb een aantal stukjes met tekst, maar slechts één stuk met zo’n mooie afbeelding. Het is zo’n ongewone dierenkop, dat ik geen idee heb van de oorsprong.

Kijken we naar een jachtglas, waarin de koppen van de trofeedieren gegraveerd werden? Of is dit simpelweg een deel van een decoratief bord?

Wie het weet, mag het zeggen!

Met de opkomst van plastic nam de hoeveelheid glasafval wereldwijd sterk af. Maar glas dat ooit in zee terechtkwam, spoelt nog eeuwenlang aan. Want als de stukjes klein genoeg zijn, worden ze door de golven en de stroming naar de kustlijn getransporteerd. Wat we vandaag op het strand vinden, zijn kleine bewijzen van hoe het verleden zich letterlijk aan onze kusten heeft afgezet.