Deze crypte (grafkelder) is onderdeel van de beroemde Hexham Abbey, een kerk gewijd aan Sint Andreas in Hexham, Northumberland. Onderwaterarcheoloog Gary Bankhead en zijn vrouw namen me laatst mee naar Hadrian’s Wall en onderweg koos Gary Hexham als halte voor een koffiestop. Zodoende zijn we ook even naar beneden gegaan in de crypte en kon ik wat foto’s nemen. Ik ben zo dankbaar! 🙂
De bouw van de kerk begon in 674, maar het gebouw kreeg pas zijn huidige vorm en opzet in de 12e eeuw. Sindsdien is nog een aantal kleine uitbreidingen toegevoegd. Fascinerend genoeg bestaat de crypte uit Romeinse stenen. Deze zijn weggehaald uit de Romeinse gebouwen in de omgeving en daarna hergebruikt in de kerk (en dat recyclen van Romeins bouwmateriaal is overigens een veelvoorkomende praktijk).
De zuidelijke gang bevat enkele stenen met een blad-en-bespatroon. De Angelsaksische bouwers hebben mogelijk over de rest van deze kunst gepleisterd, om de muren daarna te kunnen versieren met nieuwe afbeeldingen geïnspireerd op Bijbelse verhalen.
De meest opvallende Romeinse steen bevat een inscriptie met waardevolle informatie. Er staat namelijk ingekrast dat de constructie gebouwd werd in opdracht van keizer Lucius Septimus Severus Pius Pertinax en zijn zoons. Deze steen heet de “Geta Stone” en is vernoemd naar één van de zoons, wiens naam eruit gekrast is nadat hij een machtsstrijd tegen zijn broer Caracalla verloren had (de andere zoon dus).
In 875 werd Hexham geplunderd door de Vikings, onder leiding van de beroemde/beruchte Hálfdan Ragnarsson. De kerk brandde af tot de grond, maar de crypte bleef intact.
Vrije interpretatie van Hálfdan Ragnarsson (uit A Child’s Book of Warriors door Canton Williams, 1907).
De centrale ruimte van de crypte op de foto hiernaast was vroeger een kleine kapel, waarin monniken heilige relieken tentoonstelden aan pelgrims, mogelijk van Andreas.
Dit weekend vond het jaarlijkse internationale conferentieweekend van de Britse Finds Research Group (FRG) plaats in Leiden. Vanuit mijn connectie met de Universiteit Leiden mocht ik het volledige programma volgen… En wat heb ik genoten! We hebben workshops gevolgd in zowel Leiden als Haarlem en als kers op de taart gingen de deuren van het archiefdepot van het Rijksmuseum van Oudheden voor ons open. Het klinkt cliché, maar dat is voor historici en archeologen een absolute snoepwinkel waar je eeuwig zou willen blijven rondneuzen. Hieronder een kort verslag.
Vrijdag 10 november
Op de vrijdag begon het programma in het Rijksmuseum van Oudheden, waar de FRG welkom geheten werd door Annemarieke Willemsen (conservator collectie middeleeuwen). Er volgde een lezing omtrent de nieuwe wisseltentoonstelling “Het Jaar 1000: Nederland in het Midden van de Middeleeuwen”. Zo werden we alvast voorbereid op wat we daarna in het museum mochten bekijken. Persoonlijke favorieten waren de Ansfridus-codex (rijkelijk gedecoreerd met edelstenen) en de Scandinavische sieraden uit de hoogtijdagen van de Noormannen.
Vervolgens liepen we naar het archiefdepot van het RMO. Een hele unieke kans om de collectie van nabij te bewonderen. Natuurlijk is het meeste materiaal veilig opgeborgen in dozen en kasten, maar wat er momenteel onderzocht wordt staat uitgebreid uitgestald op tafels en planken (zo wordt het overzicht bewaakt tijdens het categoriseren en onderzoeken). Van scarabeeën tot kruiken, van Romeinse helmen tot vroegmiddeleeuws glaswerk. Schitterend om zo bij elkaar te zien! Speciaal voor mij en onderwaterarcheoloog Gary Bankhead werden de lakenloodjes van het RMO (letterlijk) uit de kast getrokken. Zo veel! Zo divers! Die moesten we even nader bekijken en filmen vanwege ons gezamenlijke filmproject, maar daarover volgen nog aparte berichten op de site.
In de middag verzamelden we bij het Textile Research Centre, waar we uitleg kregen over het belang van textiel en kleding als historische bron. Er was een wisseltentoonstelling over nachtmode door de decennia heen. Op de paspoppen zagen we authentieke Amerikaanse korsetjurken uit de jaren ’20, originele zijden shortama’s uit het naoorlogse Italië… en alles er tussenin. Zo beseften we ook gelijk weer hoe zeer cultuur en geschiedenis in kleding tot uiting komen.
Zaterdag 11 november
Op zaterdag pakten we de trein naar Haarlem, waar we eerst het Teylers Museum bezochten en vervolgens een wandeling met een gids door de binnenstad maakten. Beide plekken waar ik al vaak geweest ben, maar vandaag ontdekte ik toch weer nieuwe trivia. Dat blijft leuk. En in het Teylers was er een aantal atlassen van de fameuze kaartenmakersfamilie Blaeu uitgelicht. Ik laat mijn leerlingen altijd plaatjes uit hun atlassen zien, maar dit was de eerste keer dat ik de boekwerken in het echt zag. Wat een details!
We sloten de dag af in het Archeologisch Museum Haarlem, dat gevestigd is in een prachtige middeleeuwse kelder aan de Grote Markt. Bovendien is de entree gratis, dus pak dit museum zeker mee bij een volgend bezoek aan de stad. Na een gezamenlijk diner namen we de trein weer terug naar Leiden.
Zondag 12 november
De laatste dag van het conferentieweekend! De invulling hiervan was vrij. Gary Bankhead en ik hadden een afspraak in Museum de Lakenhal, waar we één van de indrukwekkende stijlkamers mochten gebruiken om een video op te nemen. En zo kwam het, dat ik Gary interviewde over zijn vondsten (in het bijzonder Europese lakenloodjes) op de plek waar het Leidse textiel vroeger gecontroleerd en gekeurd werd. Dus op dé plek waar het Leidse laken zo’n lakenloodje kreeg! Een schitterende samenloop van omstandigheden, waar we Museum de Lakenhal zeer dankbaar voor zijn. De video verschijnt binnenkort… dus stay tuned! In de namiddag vlogen de meeste leden van de FRG weer terug naar Engeland en pakte ik zelf de trein weer terug naar huis. Ik heb zo enorm genoten! Ik wil alle betrokkenen dan ook hartelijk bedanken voor de interessante bijeenkomsten.
Onlangs stopte ik de DVD van de film Kingdom of Heaven weer eens in onze brave oude DVD-speler. Dit is een film uit 2005, geregisseerd door Ridley Scott die ook bekend is van onder meer Blade Runner, Hannibal en Gladiator.
De cast is ook niet mis met Orlando Bloom (als Balian van Ibelin), Liam Neeson (als Godfrey van Ibelin), Ghassan Massoud (als Salah ad-Din), Alexander Siddig (als Imad), Jeremy Irons (als Tiberius), Edward Norton (als koning Boudewijn IV van Jeruzalem) en Eva Green (als prinses Sibylla van Jeruzalem). Het onderwerp van de film is het conflict om het Heilige Land; een onderwerp dat eigenlijk ieder jaar opnieuw (akelig) relevant is.
Scott Free Productions – Studio Babelsberg
De film volgt Balian, een eenvoudige smid uit Frankrijk die zijn vrouw onlangs heeft verloren en mede hierdoor worstelt met zijn geloof. Na een onverwachts bezoek van een gezelschap van kruisridders uit het Heilige Land, ontdekt Balian dat hij de bastaardzoon is van een christelijke edelman. Deze edelman is Godfrey van Ibelin, baron over het bescheiden territorium Ibelin in het Heilige Land. Godfrey neemt Balian mee en na Godfreys voorbarige dood onderweg erft Balian zijn land en titel in Jeruzalem. Maar nog voordat Balian in Ibelin aankomt, heeft hij al kennisgemaakt met een aantal ambitieuze christelijke barons en Arabische viziers… Die geen geheim maken van hun expansieplannen.
Scott Free Productions – Studio Babelsberg
Eenmaal in Jeruzalem raakt Balian meteen betrokken bij de politieke spanningen tussen de christenen en de moslims. Hij leert de zieke koning Boudewijn IV kennen, die vrede probeert te bewaren met Salah ad-Din, de sultan van Syrië, Egypte en Irak en tevens leider van de moslims. De koning en de sultan behandelen elkaar met een bewonderenswaardige mate van respect en menselijkheid, maar extremisten aan beide kanten dreigen het wankele evenwicht te verstoren.
Scott Free Productions – Studio Babelsberg
Balian treft zijn nieuwe domein Ibelin kaal en verwaarloosd aan, maar beseft dat het potentie heeft en besluit het opnieuw op te bouwen. Met noeste arbeid en ingenieuze wateraansluitingen maakt hij er samen met de inwoners van Ibelin een bloeiende, vreedzame plek van, wat hem respect oplevert van zowel christenen als moslims.
Scott Free Productions – Studio Babelsberg
Intussen groeit de dreiging van oorlog. Eén van de kruisridders van koning Boudewijn, de van origine Franse Raynald van Châtillon, gaat in tegen de orders van de koning, waarmee hij eigenhandig de spanningen tussen de geloven opvoert. Koning Boudewijn wordt ondertussen steeds zwakker, maar heeft nog net genoeg energie om Raynald te straffen.
Scott Free Productions – Studio Babelsberg
Boudewijn treft Salah ad-Din om (voor de zoveelste keer) te onderhandelen zonder bloedvergieten. Maar dat wordt moeilijk als een andere fanatieke ridder, Guy de Lusignan, Salah ad-din provoceert door moslimkaravanen aan te vallen. Salah ad-Din besluit daarop Jeruzalem aan te vallen om zijn eigen volk te beschermen.
Scott Free Productions – Studio Babelsberg
Deze slag is enorm indrukwekkend vastgelegd, zeker als je bedenkt dat de film al 17 jaar oud is. Je kunt je goed inleven in de soldaten en heersers aan beide zijden: iedereen staat voor een moeilijke keuze. Een goede afloop is eigenlijk niet meer mogelijk. Te midden van alle vernietiging die volgt, vraag je jezelf -samen met de hoofdrolspelers uit de film- af waar het allemaal goed voor was. En het gevecht houdt aan…
Scott Free Productions – Studio Babelsberg
Balian is één van de weinigen die de stad nog kan verdedigen. Hij weigert te vluchten en leidt de verdediging van Jeruzalem tegen het veel grotere leger van Salah ad-Din.
Maar omdat ik de afloop van het verhaal niet wil verraden, zal ik niet vertellen hoe het gevecht om Jeruzalem afliep. Als je wil weten wie de volgende heerser over het Heilige Land wordt, moet je Kingdom of Heaven echt zelf gaan bekijken. Het is een spannende film met een emotionele lading en vele wijze boodschappen. De mate van historische correctheid is hoog: alle figuren hebben echt bestaan en ook het verhaal volgt de kronieken uit de geschiedenis. Kortom, Kingdom of Heaven is een waardevol en indrukwekkend historisch drama.
Gedurende de middeleeuwen had de christelijke kerk een stevige grip op de Europeanen. Macht, rijkdom en godsdienst gingen dikwijls hand in hand. Vanaf de 16e eeuw komt daar steeds meer kritiek op van wetenschappers (bijvoorbeeld van de Nederlandse humanist Erasmus) en van geestelijken die allerlei vormen van machtsmisbruik met hun eigen ogen zien. Nog iets later stappen er mensen naar voren die concrete hervormingen bepleiten, zoals Luther in het Heilige Roomse Rijk (het huidige Duitsland). Ook Calvijn begint zo’n hervormingsbeweging, hoewel hij opereert vanuit Zwitserland en Frankrijk. De Reformatie begint… de christelijke kerk scheurt uiteen in het ‘oude’ katholicisme en het ‘nieuwe’ protestantisme.
Vorsten krijgen het zwaar, omdat zij een keuze moeten maken. Blijven zij het oude geloof aanhangen, of gaan ze mee met de hervormingen? Hun onderdanen maken hun eigen keuzes, waardoor de vorst er hoe dan ook vijanden bij krijgt, welke keuze hij ook maakt. Sommigen gaan zelfs over tot geweld en vervolgingen, in de hoop de situatie te beslechten en één centraal geloof terug te brengen in hun gebieden.
In het Habsburgse Rijk wordt de situatie voor de vorsten onhoudbaar. Talloze ruzies en gewapende conflicten volgen. De chaos resulteert uiteindelijk in een ontzettend belangrijk vroegmodern document: de Godsdienstvrede van Augsburg (1555). Gesloten in de Duitse stad Augsburg, bepaalt deze vrede dat iedere vorst in het Heilige Roomse Rijk zelf mag kiezen welke godsdienst er in zijn gebied aangehangen moet worden. Cuius regio, eius religio: wiens land, diens godsdienst.
Deze religieuze ontwikkeling en het bijbehorende document zijn al decennialang onderdeel van de examenstof op middelbare scholen. In onderstaande video bezoeken we Augsburg en duiken we wat dieper in deze geschiedenis.
Omdat het Kerst is, deel ik graag een mirakelverhaal met jullie.
Bron: www.geneanet.org
De kapel van het Franse gehucht Sancenay (in Zuid-Bourgondië) wordt ook wel “het witte kapelletje” genoemd. Het gebouw is namelijk gewijd aan de zogenoemde “catholiques blancs” (“witte katholieken”), die het geloof belijden volgens een oude traditie. Zij hangen het katholicisme aan van vóór het concordaat van 1801, dat paus Pius VII met Napoleon sloot. Maar de kapel zelf is al veel ouder! Het hoorde aan het begin van de 11e eeuw waarschijnlijk bij het kasteel van de Baronnen van Sancenay, die destijds afkomstig waren uit het Huis van Semur.
In de 17e eeuw is het plafond verfraaid met zeer gedetailleerde schilderingen. De motieven bestaan onder andere uit familiewapens en monogrammen. De opdracht hiervoor kwam van de plaatselijke adel, maar de uitvoerder was de Nederlandse (!) schilder Abraham Graffe. Het plafond is uniek en daarom verheven tot historisch monument.
Maria is overal te zien. Achterin de kerk hangen veel ex voto’s; plaquettes waarmee de Heilige Maagd gesmeekt wordt om hulp of juist bedankt wordt voor haar bescherming en genezing. Deze zijn door de eeuwen heen door de lokale bevolking opgehangen.
Er hangt zelfs een paar krukken aan de muur, afkomstig van ene Marcel Ravaud. Dit jongetje leefde een eeuw geleden. Hij kon nauwelijks lopen, hij kon alleen strompelen met krukken. Hij werd zondags vaak naar de kerk gebracht in een rolstoel. Op een dag wilde hij op de terugweg hazelnoten gaan plukken en rapen. Zijn ouders herinnerden hem aan zijn handicap, maar Marcel stond op, gooide zijn krukken neer en werd later monteur in de stad. Maria had hem genezen.
Het verhaal van Marcel werd, uiteraard, het Mirakel van Sancenay. 🙂
Op een prachtige plek aan de Donau bij Kelheim ligt Kloster Weltenburg, één van de oudste kloostergebouwen van Beieren. Onlangs maakten wij hier een korte tussenstop. Te kort eigenlijk, want er was ontzettend veel te zien!
Het klooster werd rond het jaar 600 gesticht door Iers-Schotse monniken en kreeg in de eeuwen daarna een vaste plek in het religieuze landschap van het Heilige Roomse Rijk. Weltenburg groeide namelijk uit tot centrum van religie, onderwijs en cultuur. Het Kloster Weltenburg begon bescheiden, met eenvoudige houten en stenen gebouwen. Verscholen in het landschap en toch dicht bij de rivier. Dit maakte landbouw, visserij en een zelfvoorzienend leven voor de monniken mogelijk. In hun werkzaamheden volgden ze de regel van Sint-Benedictus.
Lithografie door Adolph Kunike, naar J. Alt (1826). Publiek domein.
Vandaag is het bekendste gebouw de kloosterkerk, tussen 1716 en 1739 gebouwd door de gebroeders Asam, die overigens bijna alle barokkerken in de omgeving vormgegeven hebben. Deze kerk bij Weltenburg geldt ook weer als een hoogtepunt van de Zuid-Duitse kunst, met uitbundig stucwerk en kleurrijke fresco’s.
Naast het religieuze leven speelt gastvrijheid hier een grote rol. Er zijn bijvoorbeeld retraites te boeken en rondleidingen te volgen. Nog populairder is de bijbehorende Biergarten; waar op een zonnige dag alle tafeltjes bezet zijn. Dat is geen toeval, want het klooster heeft een eigen brouwerij die teruggaat tot ongeveer 1050. Dit moet zelfs de oudste kloosterbrouwerij ter wereld zijn!
Na de Beierse secularisatie van 1803 werd het klooster opgeheven, maar in 1842 kwam er een herstart als priorij. Sinds 1913 is het opnieuw een zelfstandige abdij van de benedictijnen. De meeste bezoekers zullen daar echter weinig mee te maken hebben… en simpelweg proosten op hun eigen succesverhalen. 😉
Voor mijn bachelorscriptie voer ik momenteel archiefonderzoek uit op twee locaties van het Zweedse Riksarkivet in en net buiten Stockholm. Ik tref hier documenten aan in het Zweeds, Engels, Frans en Kikongo (en soms allemaal door elkaar). En dan die handschriften!
Tja… wat kan ik zeggen? Het leven van een historica is niet altijd makkelijk! 😉