Wonen in de Bronstijd of de middeleeuwen? Het kan in Dalfsen!

Oké, misschien kun je in het Overijsselse dorp Dalfsen niet ín, maar wel áán de middeleeuwen wonen. Hier is namelijk een wijk aangelegd waarin de straten allemaal namen van historische perioden of historische werktuigen hebben gekregen. Ik nam er een kijkje.

De gehele wijk heeft de naam “Merovingen” gekregen. De Merovingen (of Merovingers) vormden tussen grofweg 480 en 750 na Christus een dynastie van Frankische koningen. Dat was dus -inderdaad- grotendeels in de middeleeuwen.

En de naam van de wijk is niet willekeurig gekozen: op deze plek in het huidige Dalfsen is een Merovingisch grafveld gevonden uit de 6e eeuw. Vooral de opgegraven grafgiften speken tot de verbeelding. Twee van de graven toonden namelijk een uitzonderlijke rijkdom. Het gaat om een mannengraf en een vrouwengraf, samen bijgezet in een houten grafkamer. Mogelijk vormden zij een echtpaar.

Bij de man werd een luxe wapenuitrusting gevonden, met twee zwaarden (een spatha en een sax), een umbo (de knop op het midden van een schild), een bijl en een lanspunt. De vrouw had prachtige sieraden meegekregen, namelijk twee mantelspelden (met edelstenen en goudfolie) en twee halssnoeren met barnsteenkralen. Ook werd er bij haar een aardewerken pot met een glazen beker erin gevonden. Misschien minder speciaal dan de sieraden; maar desalniettemin een statussymbool in de middeleeuwen.

In het midden van de wijk is een “ontmoetingsheuvel” met informatiebordjes aangelegd, waar je doorheen kunt lopen en met bankjes aan weerszijden. Zoals te lezen valt achter de bankjes, ontmoeten mensen elkaar in feite al 5.000 jaar op deze plek. Een mooie gedachte.

Maar wat is dan de link met de straten “Steentijd” of “Bronstijd”? Nou, voordat er begonnen kan worden aan de bouw van een nieuwe woonwijk, moet er archeologisch onderzoek verricht worden. Dat geldt tegenwoordig voor alle gemeenten in Nederland. Je moet immers zeker weten dat je niet gaat bouwen op een plek waar waardevol erfgoed ligt (zoals een oud graf of een religieus gebouw).

Dat gebeurde ook in Oosterdalfsen, in 2015. Al gauw werd er een zeer oud grafveld gevonden dat van de Trechterbekers bleek te zijn. Dit was een volk dat in Noordwest-Europa leefde in de prehistorie. Om iets preciezer te zijn, ongeveer tussen 4350 tot 2750 vóór Christus. Deze periode noemen we het Neolithicum, oftewel, de Nieuwe Steentijd. De Bronstijd kwam daarna en duurde in Europa van ongeveer 3000 tot 800 vóór Christus.

De naam “Trechterbekers” is simpelweg ontleend aan het type aardewerk dat deze mensen maakten: potten en bekers die wijd uitlopen (als een trechter). De welbekende hunebedden zijn overigens ook door deze mensen gebouwd. Als gereedschap gebruiken ze onder andere stenen vuist- en hamerbijlen. In 2015 werden er in Oosterdalfsen meer dan 100 trechterbekers opgegraven, bij maar liefst 120 graven. En zo werd in Dalfsen het grootste grafveld van de hunebedbouwers van heel Noordwest-Europa gevonden!

De gemeente liet vervolgens extra bodemonderzoek uitvoeren en daarbij werd het (veel jongere) Merovingische grafveld ontdekt. Onverwachts dus, als extra archeologisch cadeautje. Daar word je toch blij van? De wijknaam en de straatnamen herinneren alle bewoners/bezoekers aan de geschiedenis van de plek. Wat mij betreft een geslaagd nieuwbouwproject! 🙂

Meer informatie via de website van DNA van Dalfsen.

Terugblik: Lezing over de geschiedenis van Amsterdam met literaire twist

Gisteravond vond de lezing over de geschiedenis van onze hoofdstad plaats bij Boekhandel Laan in Castricum. Ik begreep dat er meer dan 50 kaartjes waren verkocht en inderdaad… de zaal zat vol! Wat ontzettend leuk! 🙂

Na afloop kwamen veel mensen nog even naar me toe voor een complimentje of een persoonlijk verhaal. Ik wil iedereen hartelijk bedanken voor het enthousiasme en voor de leuke anekdotes. En natuurlijk wederom ook veel dank aan Boekhandel Laan voor het faciliteren en promoten van de lezing.

Het verloten van de vrijkaarten voor Zandsculpturen Garderen werd een soort bloemenveiling. Spannend en ook gezellig! Ik wens de winnaars van de kaartjes veel plezier op de Veluwe.

Het was een mooie avond en ik ging naar huis met een enorme bos tulpen (jaja, uit Amsterdam), een net verschenen dichtbundel en een goed gevoel.

Hele fijne Paasdagen gewenst!

Weer een haaientand gevonden in de polder

Een tijdje geleden liet ik al zien dat ik op een schelpenpad aan de rand van het dorp een puntgave haaientand had gevonden. In dat bericht legde ik ook uit wat een haaientand precies voor fossiel is; klik hier om het nogmaals te lezen. Maar het houdt niet op, want ik heb er weer eentje gevonden tussen de schelpen in de polder. Niet op dezelfde plek, maar in een hondenpark in Heiloo.

Het Maalwater in Heiloo

Deze is wel een stuk kleiner dan de vorige en ook niet geheel zwart, maar zwartgrijs. Ook niet 100% intact, maar toch onmiskenbaar een haaientand.

Dit is echt een goede tip voor iedereen die het leuk vindt om te zoeken: probeer het eens op een (vers) schelpenpad in plaats van op het strand. De schelpen hiervoor worden namelijk van de zeebodem gezogen, een stukje verder dan de branding. En dat is dus blijkbaar waar de zeebodem vol ligt met fossielen! 🙂

Huis van Hilde

Gisteren heb ik met een oud-collega het Huis van Hilde bezocht, waar we tussen de archeologische vondsten konden bijkletsen (en een goede kop koffie konden drinken). Inmiddels heb ik dit museum zo vaak bezocht dat ik favoriete stukken kan aanwijzen, zoals deze toegetakelde schedel uit de Slag bij Vronen (1297).

En deze middeleeuwse sleutels. Ik heb nu eenmaal een zwakke plek voor historische sleutels, want… waar passen ze op? Welke geheimen hielden ze schuil? Wat hebben ze beschermd? Gebouwen, mensen of spullen? Aaahh…

Het Huis van Hilde is een klein, maar veelzijdig en interactief museum. Voor meer informatie kan men terecht op hun website.

Treat yourself…

In 2021 parkeerden wij de auto -geheel per toeval- in een fossielenhotspot. We hadden het Beierse dorp Solnhofen gekozen als beginpunt van een stevige wandeling over de “Twaalf Apostelen”. De enige plek waar we zo vroeg een kopje koffie konden krijgen, was in een fossielen- en edelstenenwinkeltje. Ik kon het niet laten om een fossiel mee te nemen als aandenken. De wandeling was overigens ook een succes, met vele mooie uitkijkpunten.

Maar de plek liet me niet meer los… ik wilde terug! En zo liepen we in augustus weer door Solnhofen te struinen tussen de prehistorische bodemvondsten. En onder het mom van ‘dit kan ik tijdens de lessen gebruiken’ (en ook van ’treat yourself’) nam ik weer enkele mooie exemplaren mee naar huis.

Zie hierboven enkele sfeerbeelden van Solnhofen.

Gevonden op het droge: een haaientand

Aan de rand van het dorp is een nieuw natuurgebiedje aangelegd voor vogels, wateropvang en bodemherstel. Dat is op zichzelf al een hele goede zaak, maar het werd nog mooier toen de gemeente het gebied openstelde voor recreanten. Er zijn schelpenpaden aangelegd en er is een houten brug geplaatst, zodat wandelaars hier (met of zonder hond) een frisse neus kunnen halen.

Het pad is al een paar weken geopend, maar wat zag ik vandaag ineens tussen de schelpen liggen? Een haaientand! Een gaaf exemplaar met de kartelrandjes nog intact. Pikzwart ten opzichte van de uitgebleekte tinten van de oude schelpen. Op het strand heb ik nog nooit een haaientand gevonden, maar in de polder nu dus wel. 😉

Wat zijn haaientanden precies? Het zijn letterlijk de gefossiliseerde tanden van haaien. Het gehele skelet van een haai bestaat uit kraakbeen, alleen de tanden niet. Haaientanden worden ook wel tongstenen genoemd en zijn niet zeldzaam. Ze kunnen aanspoelen op alle stranden die grenzen aan water waarin haaien leven of leefden (heel logisch eigenlijk). Daartoe behoort ook de kust van Nederland.

De grootte van verschillende soorten haaien vergeleken bij een gemiddeld mens.
Gefossiliseerde tanden van de witte haai.

Tanden van haaien die nog leven of recent zijn overleden, zijn nog wit of crèmekleurig (net zoals bij mensen). Tanden van haaien die al miljoenen jaren dood zijn, zijn vaak zwart of bruin geworden onder invloed van de chemische processen in de zeebodem. Ik ben geen specialist in het dateren van fossielen, maar een snelle online check vertelt ons dat de meest voorkomende haaientanden in het Noordzeebekken tussen de 40 miljoen en 65 miljoen jaar oud zijn. Toch gaaf, of niet?! 🙂

Triceratops in het wild!

Deze zomer stuurt Naturalis Leiden een kudde triceratops dinosauriërs naar de openbare bibliotheken van vijf verschillende steden: Leeuwarden, Haarlem, Delft, Tilburg en Maastricht. Het bekijken van deze indrukwekkende skeletten is gratis, maar aanmelding is verplicht. Kijk hiervoor op de website van de bibliotheek die het dichtst bij jou in de buurt is. Ik ben zelf op bezoek geweest in Haarlem en was enorm onder de indruk. De tentoonstelling biedt veel leuke informatie voor kinderen én volwassenen. En het is een unieke kans om oog in oog te staan met een dino!

Voor de liefhebber hier nog wat informatie over de triceratops:

  • De naam ’triceratops’ betekent ‘driehoornig gezicht’, uiteraard vanwege de 3 hoorns op de kop.
  • Ze konden meer dan 9 meter lang worden.
  • Triceratops dino’s waren herbivoren. Ze aten dus geen vlees, alleen maar planten.
  • De ouderdom van het exemplaar in Haarlem wordt geschat tussen de 66 en 68 miljoen jaar!
  • Dit type dinosauriër kwam voor in het gebied dat nu het continent Noord-Amerika is.
  • De kudde van Naturalis is ontdekt in Wyoming (Noord-Amerika), allemaal bij elkaar in een moeras. We denken dat dit groepje familie van elkaar was.

Terugblik Nationale Archeologiedagen 2024

Zoals hieronder al aangekondigd was, werden de Nationale Archeologiedagen dit jaar gehouden tijdens het weekend van 14, 15 en 16 juni. Zelf bezocht ik het archeologisch museum het Huis van Hilde in Castricum. 

Op zaterdag werd daar een workshop middeleeuwse buidels maken gegeven.  Uit een rond stuk leer ontstond met slechts een paar handelingen een handig tasje met een makkelijk treksysteem. Touwtje erdoor en klaar! Op zondag konden bezoekers leren twijnen en naaldbinden. De korte video hieronder toont wat dit inhoudt.

Het waren twee leerzame en interessante dagen! Het Huis van Hilde organiseert vaker zulke workshops, dus wie zelf ook een buidel wil maken of sieraden wil twijnen, moet even hun website in de gaten houden. Voor docenten is het zeker de moeite waard, want je gaat altijd met origineel lesmateriaal naar huis! 😉

Liefhebbers van archeologie opgelet!

In het weekend van 14, 15 en 16 juni vinden weer de Nationale Archeologiedagen plaats. Door het hele land kun je (gratis) lezingen, opgravingen en musea bezoeken, meegaan met historische wandelingen en je eigen vondsten laten inspecteren door archeologen. Kijk op de website om je bezoek te plannen.

Een absolute aanbeveling van mij is een bezoek aan het terrein van de Field School van de Universiteit Leiden in Oss (aan de Gewandeweg). Daar staat namelijk een team van universitaire medewerkers, studenten en archeologen klaar om jullie alles te leren over opgraven, determineren en conserveren. Scroll naar beneden voor een sfeerimpressie van de opgravingen in Oss.

Veel plezier! 🙂

Hoe ziet een werkdag eruit bij de Field School Archeologie van de Universiteit Leiden?

Toen ik mijn studiekeuze moest maken, heb ik serieus overwogen om de Bachelor Archeologie te gaan volgen. Uiteindelijk viel de keuze toch op de Bachelor Geschiedenis, maar het scheelde niet veel. Als ik voor AlomHistorisch iets met archeologie mag doen, kan ik mijn enthousiasme ook maar moeilijk verhullen. Op 15 mei kon ik een dagje meelopen bij de Field School Archeologie van de Universiteit Leiden. Wat een mooie kans! Hier leren eerstejaarsstudenten de kneepjes van het vak, omdat ze hun -in het klaslokaal geleerde- vaardigheden in de praktijk kunnen toepassen. Wat mogen de studenten allemaal doen op deze opgravingssite bij Oss? We laten het zien in de video hieronder:

English subtitles available through YouTube