Weer een haaientand gevonden in de polder

Een tijdje geleden liet ik al zien dat ik op een schelpenpad aan de rand van het dorp een puntgave haaientand had gevonden. In dat bericht legde ik ook uit wat een haaientand precies voor fossiel is; klik hier om het nogmaals te lezen. Maar het houdt niet op, want ik heb er weer eentje gevonden tussen de schelpen in de polder. Niet op dezelfde plek, maar in een hondenpark in Heiloo.

Het Maalwater in Heiloo

Deze is wel een stuk kleiner dan de vorige en ook niet geheel zwart, maar zwartgrijs. Ook niet 100% intact, maar toch onmiskenbaar een haaientand.

Dit is echt een goede tip voor iedereen die het leuk vindt om te zoeken: probeer het eens op een (vers) schelpenpad in plaats van op het strand. De schelpen hiervoor worden namelijk van de zeebodem gezogen, een stukje verder dan de branding. En dat is dus blijkbaar waar de zeebodem vol ligt met fossielen! 🙂

Huis van Hilde

Gisteren heb ik met een oud-collega het Huis van Hilde bezocht, waar we tussen de archeologische vondsten konden bijkletsen (en een goede kop koffie konden drinken). Inmiddels heb ik dit museum zo vaak bezocht dat ik favoriete stukken kan aanwijzen, zoals deze toegetakelde schedel uit de Slag bij Vronen (1297).

En deze middeleeuwse sleutels. Ik heb nu eenmaal een zwakke plek voor historische sleutels, want… waar passen ze op? Welke geheimen hielden ze schuil? Wat hebben ze beschermd? Gebouwen, mensen of spullen? Aaahh…

Het Huis van Hilde is een klein, maar veelzijdig en interactief museum. Voor meer informatie kan men terecht op hun website.

Treat yourself…

In 2021 parkeerden wij de auto -geheel per toeval- in een fossielenhotspot. We hadden het Beierse dorp Solnhofen gekozen als beginpunt van een stevige wandeling over de “Twaalf Apostelen”. De enige plek waar we zo vroeg een kopje koffie konden krijgen, was in een fossielen- en edelstenenwinkeltje. Ik kon het niet laten om een fossiel mee te nemen als aandenken. De wandeling was overigens ook een succes, met vele mooie uitkijkpunten.

Maar de plek liet me niet meer los… ik wilde terug! En zo liepen we in augustus weer door Solnhofen te struinen tussen de prehistorische bodemvondsten. En onder het mom van ‘dit kan ik tijdens de lessen gebruiken’ (en ook van ’treat yourself’) nam ik weer enkele mooie exemplaren mee naar huis.

Zie hierboven enkele sfeerbeelden van Solnhofen.

Gevonden op het droge: een haaientand

Aan de rand van het dorp is een nieuw natuurgebiedje aangelegd voor vogels, wateropvang en bodemherstel. Dat is op zichzelf al een hele goede zaak, maar het werd nog mooier toen de gemeente het gebied openstelde voor recreanten. Er zijn schelpenpaden aangelegd en er is een houten brug geplaatst, zodat wandelaars hier (met of zonder hond) een frisse neus kunnen halen.

Het pad is al een paar weken geopend, maar wat zag ik vandaag ineens tussen de schelpen liggen? Een haaientand! Een gaaf exemplaar met de kartelrandjes nog intact. Pikzwart ten opzichte van de uitgebleekte tinten van de oude schelpen. Op het strand heb ik nog nooit een haaientand gevonden, maar in de polder nu dus wel. 😉

Wat zijn haaientanden precies? Het zijn letterlijk de gefossiliseerde tanden van haaien. Het gehele skelet van een haai bestaat uit kraakbeen, alleen de tanden niet. Haaientanden worden ook wel tongstenen genoemd en zijn niet zeldzaam. Ze kunnen aanspoelen op alle stranden die grenzen aan water waarin haaien leven of leefden (heel logisch eigenlijk). Daartoe behoort ook de kust van Nederland.

De grootte van verschillende soorten haaien vergeleken bij een gemiddeld mens.
Gefossiliseerde tanden van de witte haai.

Tanden van haaien die nog leven of recent zijn overleden, zijn nog wit of crèmekleurig (net zoals bij mensen). Tanden van haaien die al miljoenen jaren dood zijn, zijn vaak zwart of bruin geworden onder invloed van de chemische processen in de zeebodem. Ik ben geen specialist in het dateren van fossielen, maar een snelle online check vertelt ons dat de meest voorkomende haaientanden in het Noordzeebekken tussen de 40 miljoen en 65 miljoen jaar oud zijn. Toch gaaf, of niet?! 🙂

Triceratops in het wild!

Deze zomer stuurt Naturalis Leiden een kudde triceratops dinosauriërs naar de openbare bibliotheken van vijf verschillende steden: Leeuwarden, Haarlem, Delft, Tilburg en Maastricht. Het bekijken van deze indrukwekkende skeletten is gratis, maar aanmelding is verplicht. Kijk hiervoor op de website van de bibliotheek die het dichtst bij jou in de buurt is. Ik ben zelf op bezoek geweest in Haarlem en was enorm onder de indruk. De tentoonstelling biedt veel leuke informatie voor kinderen én volwassenen. En het is een unieke kans om oog in oog te staan met een dino!

Voor de liefhebber hier nog wat informatie over de triceratops:

  • De naam ’triceratops’ betekent ‘driehoornig gezicht’, uiteraard vanwege de 3 hoorns op de kop.
  • Ze konden meer dan 9 meter lang worden.
  • Triceratops dino’s waren herbivoren. Ze aten dus geen vlees, alleen maar planten.
  • De ouderdom van het exemplaar in Haarlem wordt geschat tussen de 66 en 68 miljoen jaar!
  • Dit type dinosauriër kwam voor in het gebied dat nu het continent Noord-Amerika is.
  • De kudde van Naturalis is ontdekt in Wyoming (Noord-Amerika), allemaal bij elkaar in een moeras. We denken dat dit groepje familie van elkaar was.

Terugblik Nationale Archeologiedagen 2024

Zoals hieronder al aangekondigd was, werden de Nationale Archeologiedagen dit jaar gehouden tijdens het weekend van 14, 15 en 16 juni. Zelf bezocht ik het archeologisch museum het Huis van Hilde in Castricum. 

Op zaterdag werd daar een workshop middeleeuwse buidels maken gegeven.  Uit een rond stuk leer ontstond met slechts een paar handelingen een handig tasje met een makkelijk treksysteem. Touwtje erdoor en klaar! Op zondag konden bezoekers leren twijnen en naaldbinden. De korte video hieronder toont wat dit inhoudt.

Het waren twee leerzame en interessante dagen! Het Huis van Hilde organiseert vaker zulke workshops, dus wie zelf ook een buidel wil maken of sieraden wil twijnen, moet even hun website in de gaten houden. Voor docenten is het zeker de moeite waard, want je gaat altijd met origineel lesmateriaal naar huis! 😉

Liefhebbers van archeologie opgelet!

In het weekend van 14, 15 en 16 juni vinden weer de Nationale Archeologiedagen plaats. Door het hele land kun je (gratis) lezingen, opgravingen en musea bezoeken, meegaan met historische wandelingen en je eigen vondsten laten inspecteren door archeologen. Kijk op de website om je bezoek te plannen.

Een absolute aanbeveling van mij is een bezoek aan het terrein van de Field School van de Universiteit Leiden in Oss (aan de Gewandeweg). Daar staat namelijk een team van universitaire medewerkers, studenten en archeologen klaar om jullie alles te leren over opgraven, determineren en conserveren. Scroll naar beneden voor een sfeerimpressie van de opgravingen in Oss.

Veel plezier! 🙂

Hoe ziet een werkdag eruit bij de Field School Archeologie van de Universiteit Leiden?

Toen ik mijn studiekeuze moest maken, heb ik serieus overwogen om de Bachelor Archeologie te gaan volgen. Uiteindelijk viel de keuze toch op de Bachelor Geschiedenis, maar het scheelde niet veel. Als ik voor AlomHistorisch iets met archeologie mag doen, kan ik mijn enthousiasme ook maar moeilijk verhullen. Op 15 mei kon ik een dagje meelopen bij de Field School Archeologie van de Universiteit Leiden. Wat een mooie kans! Hier leren eerstejaarsstudenten de kneepjes van het vak, omdat ze hun -in het klaslokaal geleerde- vaardigheden in de praktijk kunnen toepassen. Wat mogen de studenten allemaal doen op deze opgravingssite bij Oss? We laten het zien in de video hieronder:

English subtitles available through YouTube

Een weekend vol musea en archeologie met de Finds Research Group

Dit weekend vond het jaarlijkse internationale conferentieweekend van de Britse Finds Research Group (FRG) plaats in Leiden. Vanuit mijn connectie met de Universiteit Leiden mocht ik het volledige programma volgen… En wat heb ik genoten! We hebben workshops gevolgd in zowel Leiden als Haarlem en als kers op de taart gingen de deuren van het archiefdepot van het Rijksmuseum van Oudheden voor ons open. Het klinkt cliché, maar dat is voor historici en archeologen een absolute snoepwinkel waar je eeuwig zou willen blijven rondneuzen. Hieronder een kort verslag.

Vrijdag 10 november

Op de vrijdag begon het programma in het Rijksmuseum van Oudheden, waar de FRG welkom geheten werd door Annemarieke Willemsen (conservator collectie middeleeuwen). Er volgde een lezing omtrent de nieuwe wisseltentoonstelling “Het Jaar 1000: Nederland in het Midden van de Middeleeuwen”. Zo werden we alvast voorbereid op wat we daarna in het museum mochten bekijken. Persoonlijke favorieten waren de Ansfridus-codex (rijkelijk gedecoreerd met edelstenen) en de Scandinavische sieraden uit de hoogtijdagen van de Noormannen.

Vervolgens liepen we naar het archiefdepot van het RMO. Een hele unieke kans om de collectie van nabij te bewonderen. Natuurlijk is het meeste materiaal veilig opgeborgen in dozen en kasten, maar wat er momenteel onderzocht wordt staat uitgebreid uitgestald op tafels en planken (zo wordt het overzicht bewaakt tijdens het categoriseren en onderzoeken). Van scarabeeën tot kruiken, van Romeinse helmen tot vroegmiddeleeuws glaswerk. Schitterend om zo bij elkaar te zien! Speciaal voor mij en onderwaterarcheoloog Gary Bankhead werden de lakenloodjes van het RMO (letterlijk) uit de kast getrokken. Zo veel! Zo divers! Die moesten we even nader bekijken en filmen vanwege ons gezamenlijke filmproject, maar daarover volgen nog aparte berichten op de site.

In de middag verzamelden we bij het Textile Research Centre, waar we uitleg kregen over het belang van textiel en kleding als historische bron. Er was een wisseltentoonstelling over nachtmode door de decennia heen. Op de paspoppen zagen we authentieke Amerikaanse korsetjurken uit de jaren ’20, originele zijden shortama’s uit het naoorlogse Italië… en alles er tussenin. Zo beseften we ook gelijk weer hoe zeer cultuur en geschiedenis in kleding tot uiting komen.

Zaterdag 11 november

Op zaterdag pakten we de trein naar Haarlem, waar we eerst het Teylers Museum bezochten en vervolgens een wandeling met een gids door de binnenstad maakten. Beide plekken waar ik al vaak geweest ben, maar vandaag ontdekte ik toch weer nieuwe trivia. Dat blijft leuk. En in het Teylers was er een aantal atlassen van de fameuze kaartenmakersfamilie Blaeu uitgelicht. Ik laat mijn leerlingen altijd plaatjes uit hun atlassen zien, maar dit was de eerste keer dat ik de boekwerken in het echt zag. Wat een details!

We sloten de dag af in het Archeologisch Museum Haarlem, dat gevestigd is in een prachtige middeleeuwse kelder aan de Grote Markt. Bovendien is de entree gratis, dus pak dit museum zeker mee bij een volgend bezoek aan de stad. Na een gezamenlijk diner namen we de trein weer terug naar Leiden.

Zondag 12 november

De laatste dag van het conferentieweekend! De invulling hiervan was vrij. Gary Bankhead en ik hadden een afspraak in Museum de Lakenhal, waar we één van de indrukwekkende stijlkamers mochten gebruiken om een video op te nemen. En zo kwam het, dat ik Gary interviewde over zijn vondsten (in het bijzonder Europese lakenloodjes) op de plek waar het Leidse textiel vroeger gecontroleerd en gekeurd werd. Dus op dé plek waar het Leidse laken zo’n lakenloodje kreeg! Een schitterende samenloop van omstandigheden, waar we Museum de Lakenhal zeer dankbaar voor zijn. De video verschijnt binnenkort… dus stay tuned! In de namiddag vlogen de meeste leden van de FRG weer terug naar Engeland en pakte ik zelf de trein weer terug naar huis. Ik heb zo enorm genoten! Ik wil alle betrokkenen dan ook hartelijk bedanken voor de interessante bijeenkomsten.

Flintstones in Valkenburg – De prehistorie in Nederland

De prehistorie is de periode vóór de komst van het schrift. Omdat men op de ene plek eerder ging lezen en schrijven dan op de andere, eindigt de prehistorie voor ieder gebied/land op een ander moment. Nederland heeft een relatief lange prehistorie, omdat het schrift ons land pas bereikte met de komst van de Romeinen.

Alle historische informatie van de periode daarvóór, moeten we uit de archeologie halen. Maar binnen dit discipline is gelukkig heel veel mogelijk, zeker wanneer er moderne technologie ingezet wordt.

Zo hebben archeologen ontdekt dat er bijzondere vuursteenmijnen in gebruik zijn geweest in Valkenburg aan de Geul (Limburg). Zelfs vandaag trek je daar de stukjes vuursteen nog makkelijk uit de grond. Wij gebruiken dit materiaal niet meer in ons dagelijks leven, maar de prehistorische mensen wisten er wel raad mee! Ontdek meer over hun levenswijze in de mini-documentaire hieronder en verbaas je over hun vindingrijkheid.