
De jaarlijkse traditie! Meestal bezoeken wij op zaterdag iets in een andere provincie en op zondag iets in de buurt. Maar dit jaar bleef ik het hele weekend dicht bij huis en herontdekte ik Alkmaar.
Als eerste bezocht ik de WO2-bunker R616 die aan de rand van de Alkmaarderhout ligt. Dit is een telefoonbunker, gebouwd door de Duitsers in 1943. Het bouwwerk vormde een belangrijk knooppunt in het telefoonnetwerk van de Atlantikwall, met communicatielijnen tussen o.a. Den Helder, Schagen, Alkmaar, Haarlem en Amsterdam.


Deze bunker heb ik waarschijnlijk meer dan 1000 keer van buiten gezien, maar dit weekend pas voor het eerst van binnen. Er zit een klein museum in, waar veel authentieke spullen tentoongesteld worden. Vanaf nu zal ik het verhaal van deze bunker meenemen in mijn lessen over de WO2. Veel leerlingen komen hier namelijk dagelijks langs.
Vervolgens liep ik naar binnen bij het Hofje van Splinter.


Dit hofje werd in 1646 opgericht met de erfenis van Margaretha Splinter. Het moest onderdak bieden aan “ongehuwde vrouwen van goede komaf” en dat is vandaag nog steeds zo. Het ligt aan het Ritsevoort, op de plek waar Margaretha zelf heeft gewoond. Het hofje is gebouwd in Hollandse renaissancestijl en heeft een rustige binnentuin omringd door eenvoudige woningen. Een mooi voorbeeld van levend erfgoed!
Ook het Stadhuis van Alkmaar opende haar deuren.


Volgens mij mochten bezoekers werkelijk iedere zaal bekijken, want de looproute voerde langs alle verdiepingen. Een prachtig pand. Ik moest een beetje gniffelen om het thema “kaas” dat op verschillende plekken terugkomt in het gebouw, bijvoorbeeld in plafondschilderingen en aan de muren. Alkmaar is niet vergeten dat de eeuwenlange kaashandeltraditie heeft bijgedragen aan het succes van de stad.
Dan een heel ander monument: het logegebouw van de Alkmaarse Vrijmetselaars.



Ik had werkelijk géén idee dat dit bestond in de binnenstad. Wat de vrijmetselaars zijn weet ik wel, omdat ik een paar jaar geleden onderzoek deed naar het gedachtegoed van de Illuminaten uit Ingolstadt (Duitsland).
Maar zo ver gaan ze in Alkmaar niet. Hier komen de vrijmetselaars samen om, zoals zij het stellen, te werken aan persoonlijke groei, moreel bewustzijn en onderlinge verbondenheid. In hun logegebouw worden daarom lezingen en symbolische rituelen georganiseerd. Een belangrijk kenmerk van de vrijmetselarij, is dat zij leven zonder dogma’s en ruimte bieden voor ieders overtuiging/religie. Maar ze hebben hiervoor dus wel een tempel: een ruimte vol symboliek en stilte. Hier kunnen leden in alle rust reflecteren en aan zichzelf werken. Heel interessant om hier een keer geweest te zijn.
Het begon buiten te regenen, dus ik rende door naar de volgende locatie: het Hof van Sonoy.


Het Hof van Sonoy was oorspronkelijk een klooster en werd in 1574 gekocht door Diederick van Sonoy, een belangrijke figuur in de Tachtigjarige Oorlog. Later werd de markante achthoekige toren erbij gebouwd. Door de jaren heen diende het hele complex als diaconiehuis, woonruimte en/of horeca. Voor Open Monumentendag ging speciaal de toren open en die moest ik uiteraard even beklimmen.
Daarna heb ik nog twee voormalige pakhuizen bezocht, één waar tegenwoordig een architectenbureau in huist en één die nu als kunstgalerij gebruikt wordt.
Het eerstgenoemde gebouw staat ook wel bekend als Pakhuis de Korenschoof. Wederom een prachtig pand, met een vide op de bovenste verdieping waar de authentieke, massieve houten balken dwars doorheen lopen.

Op straatniveau is in de vloer een venster op het verleden aangebracht. Letterlijk. Je loopt hier namelijk over een blootgelegd stukje van de fundamenten en ziet daar verschillende aardewerken voorwerpen liggen. Het trok meteen mijn aandacht!
Als laatste beklom ik nog de Accijnstoren aan de Bierkade.

De Accijnstoren is een vroegmodern torentje dat in 1622 gebouwd is in de renaissancestijl. Oorspronkelijk fungeerde het gebouw als belastingkantoor waar accijnzen -belastingen dus- werden betaald op goederen die per schip de stad binnenkwamen. Denk dan aan bier, kaas, touw en textiel.
Een bijzonder verhaal is de verplaatsing van de toren in 1924. In dat jaar is het hele gebouwd ruim 4 meter naar achteren gerold, omdat de Bierkade verbreed moest worden en de toren daarbij “in de weg stond”. Ongelofelijk hoe ze dat destijds voor elkaar hebben gekregen! Vandaag zit hier het kantoor van de havenmeester.
Tijdens de jaarlijkse Open Monumentendagen kan iedereen (gratis) een kijkje nemen achter historische deuren die normaliter gesloten blijven. Ook musea, molens, kastelen, kerken en woonhuizen doen mee. Dit is ontzettend waardevol, omdat het mensen enthousiast maakt voor erfgoed en geschiedenis. In het hele land maken vrijwilligers dit evenement mogelijk en daar ben ik ze heel dankbaar voor. 🙂